Opgetrokken wenkbrauwen, een snel kloppend hart en een droge keel, dat zal ze hebben gekregen toen ze de brief opende. De burgemeester van Amstelveen werd in de brief, in meedogenloze bewoordingen, duidelijk gemaakt dat ze zal sterven als er vierhonderd vluchtelingen in Amstelveen worden opgevangen.
Eén brief, één afzender, weet commotie te veroorzaken in een gemeente waar zich al meer dan achthonderd vrijwilligers hebben gemeld om gevluchte mannen, vrouwen en kinderen op te vangen. De vluchtelingen hebben huis en haard verlaten, weg van de onderdrukking, op zoek naar vrijheid.
Iedereen weet dat angst het fundament is voor extremisme en tevens een middel om macht toe te eigenen. Hebben we niet al tijdens de tachtigjarige oorlog in de 16e eeuw gestreden voor tolerantie en vrijheid van meningsuiting. In die tijd werden andersdenkenden zonder pardon onthoofd of aan de galg gehangen. ‘Net als u geloof ik in God, ik doe het alleen op een andere manier,’ stamelt de man, geknield op het schavot. Het lukt de beul niet om de trillende man voor hem als mens te zien. ‘Als u denkt dat u anders moet leven dan ik,’ antwoordt de beul, ‘dan moet de duivel in u zijn gevaren en zult u sterven.’ Hij zegt het vol zekerheid, maar kijkt de man niet in zijn ogen. Ook vraagt hij niet aan de ketter wat zijn idee van geloven is. In zijn mooie, met bont gevoerde beulenpak, heft hij zijn zwaard tot boven de hals van de naakte man. Eén slag, en het is gebeurd. Misschien had een goed gesprek het lijden van deze man kunnen voorkomen. Maar dat deden ze niet in die tijd. De machthebbers bepaalden de cultuur en iedereen moest daar naar leven. Wat is het plezierig om in een land te wonen waar je niet dezelfde opvattingen hoeft te hebben als je buurman. In een stad te leven waar liever een goede discussie wordt gevoerd dan dat de woorden worden afgekapt met fysiek geweld. En in een gemeente te wonen waar de burgemeester zegt, ’laten we samen blijven staan voor de waarden die we belangrijk vinden.’ Het zou zo mooi zijn als we de angstzaaiers kunnen herkennen als angstzaaiers en ons houden aan onze opgebouwde normen en waarden. Maar ik geef het toe. Als je mij nu vraagt openlijk te schrijven wat mijn politieke mening is, dan slik ik en zwijg ik.