top of page
  • Foto van schrijverJacobine van den Hoek

Boos op de wereld

Het meisje duwt met een vinger tegen een boom alsof ze wil testen of hij meeveert. Ik schat haar net vijf jaar oud. Ze draagt rode laarsjes en een geel jasje, ze steken mooi af tegen de wand van boomstammen, takken en aarde. Ik spreek haar aan. ‘Waar zijn je ouders? Ben je helemaal alleen?’ Ik kijk om me heen. Het pad ligt er verlaten bij, er is niemand te bekennen. Daar staat ze. Verloren. Moederziel alleen. Met een onbewogen gezicht kijkt ze me zwijgend aan. Ik vraag haar nog een keer of ik kan helpen. Maar mijn aandacht lijkt haar eerder bang te maken dan gerust te stellen. Ten slotte schudt ze haar hoofd, bijna onmerkbaar, alsof ze bang is het te bewegen. Nee. Ze heeft geen hulp nodig.


Aarzelend ren ik verder tussen de bomen van het Amsterdamse Bos. Het voelt niet goed. In gedachten lees ik al een krantenartikel over een verdwaald meisje. Niemand had haar geholpen. Dagenlang zwierf ze door de bossen totdat een wandelaar haar vond; uitgeput, uitgedroogd en bijna dood. Dat zou ik dan op mijn geweten hebben. Zal ik teruggaan?


Terwijl ik erover nadenk of ik er wel goed aan heb gedaan om verder te rennen zie ik in een zijpad drie mensen. Ik vertraag mijn pas. Verscholen, onzichtbaar voor het meisje met de gele laarsjes, zie ik een man, zijn gezicht staat nors. Een vrouw, met opeengeklemde lippen en een weifelende blik. Aan haar hand een klein meisje met blauwe laarsjes en een geel jasje. Dezelfde als die van haar zus. De man draait zijn rug naar me toe en loopt van me af. Aarzelend volgt de vrouw zijn voorbeeld. Het meisje blijft staan. Ze kijkt naar de T-splitsing. Naar mij. Zal ze haar zusje roepen? Ze zet een paar passen. Duidelijk met gewetensbezwaar. Dan verdwijnt ze uit mijn beeld; ik ren verder en laat de afslag aan me voorbijgaan. Wie uiteindelijk capituleert, het dwarse meisje of de ouders, daar kom ik nooit achter.


Hoe vaak hebben mijn man en ik niet achter een boom gestaan om een van onze kinderen te verleiden verder te lopen? Boos was hij. Boos op ons. Op het veel te grote bos. Op de laarsjes waardoor hij pijn in zijn voeten kreeg. Boos, omdat hij zijn zin niet kreeg. Boos op de hele wereld. Sommigen volwassen vertonen dit gedrag nog steeds.


***


Jacobine van den Hoek


Van den Hoek schrijft wekelijks een column in het Amstelveens Nieuwsblad en debuteerde met haar historische roman Zondebok.

Comments


bottom of page