top of page
  • Foto van schrijverJacobine van den Hoek

Boekpresentatie Hier ben ik - Jonathan Safran Foer


Een half uur voordat de deuren van Paradiso opengaan staat er slechts een handjevol mensen, maar als de tijd verstrijkt wordt het drukker en drukker op de Weteringschans. Vanzelf vormt zich een lange rij voor de deur. Om mij heen hoor ik Engels en Nederlands. Kaarten zijn niet meer te krijgen, de presentatie voor het derde boek Hier ben ik van Jonathan Foer is uitverkocht.

Ik heb een plaatsje weten te bemachtigen in het midden van de zaal. De stoelen vooraan zijn gereserveerd voor medewerkers en genodigden van de organisatie, uitgeverij Ambo Anthos en The John Adams Institute. Drie stoelen naast mij zit Ernst van der Kwast, de auteur van Mama Tandoori, verderop spot ik de acteur en regisseur Frank Lammers en vooraan maakt Arjan Peters, literatuurcriticus en redacteur van de Volkskrant, een praatje met bekenden. Twee dames van de Arnhemse boekhandel Hijman Ongerijmd wijzen mij ook nog op medewerkers van het Joods historisch museum. ‘Daar gaat Jonathan morgen naar toe. Hij heeft een druk programma.’ De avond wordt geopend door Tracy Metz, Director van Het John Adams Institute. Dit instituut promoot Amerikaanse literatuur en cultuur in Europa. Daarna krijgt de gastheer van de avond, journalist Pieter van den Blink, het woord. ‘Het lezen van het boek Here I am, of Hier ben ik, subliem vertaald door Gerda Baardman en Tjadine Stheeman, bracht mij aan het huilen. Terwijl ik geen man ben die snel huilt,’ vertelt hij. Hier ben ik is de eerste roman in elf jaar tijd van Jonathan Safran Foer sinds het verschijnen van Extreem luid en ongelooflijk dichtbij. Hier ben ik is geschreven met de intensiteit, inventiviteit en urgentie die Foers twee eerdere romans zo geliefd maakten bij lezers en critici. Ook in zijn nieuwe roman deinst hij er niet voor terug om op hilarische wijze heilige huisjes omver te schoppen. Hier ben ik beschrijft drie roerige weken uit het leven van een joodse familie in het hedendaagse Washington D.C. Terwijl Jacob, Julia en hun drie zonen zich onontkoombaar geconfronteerd zien met het verschil tussen hun dromen en de werkelijkheid, zet een aardbeving een invasie van Israël in gang. ‘Jacob kan helemaal niet huilen. Terwijl zijn huwelijk, ooit gelukkig waar drie zonen uit zijn voorgekomen, uiteenvalt, hij als schrijver zijn manuscript niet durft in te leveren, en hij de hond ook nog moet laten inslapen! Maar toch is het geen midlifecrisisboek,’ zegt Pieter van den Blink in zijn introductie. De eigenlijke betekenis van het begrip ‘thuis’ staat ter discussie – evenals de fundamentele vraag hoeveel iemand in zijn leven kan verdragen. Als Jonathan zich achter de katheder plaatst – wat is hij eigenlijk klein - merk je aan alles dat hij zich op het podium als een vis in het water voelt. Soepel vertelt hij de ene anekdote na de anderen. Hoe hij gedurende zijn wereldtoer ter promotie van zijn boek met zijn kinderen facetimede en hen vertelde dat men hem als een ‘great American writer’ beschouwde. ‘Het interesseerde hen niet. Zij zijn niet mijn belangrijkste publiek,’ glimlacht hij. Alles wat hij zegt is doorspekt met droge humor. Alsof we luisteren naar een stand-up comedian hangen we aan zijn lippen. Met regelmaat galmt er een lachsalvo door de voormalige kerk. Een vrouw voor mij duwt hikkend van het lachen haar bril weer recht op haar neus. ‘Een boek is goed geschreven,’ stelt Jonathan, ‘als je eigen infrastructuur wegvalt. Als je je als lezer niet meer in de woon- of slaapkamer bevindt, maar in de wereld die een schrijver voor je heeft geschapen. In de wereld waarin de schrijver zich begeeft op het moment dat hij woorden opschrijft. Ik herinner me niet echt dat ik het ben geweest die de andere boeken schreef.’

Als Jonathan een passage voorleest uit Hier ben ik heeft hij opnieuw de lachers op zijn hand. Vooral de beschrijving van Steven Spielbergs penis is hilarisch. De omschrijving, legt hij later uit, kwam van mijn broer. Ik belde hem en vroeg hem naar synoniemen en hyponiemen voor het woord ‘penis’. De avond wordt afgesloten met een interview. Pieter van den Blink probeert hem persoonlijke meningen te ontlokken, maar daarvoor is Jonathan een te getraind spreker. Elke vraag beantwoordt hij met een apoloog of een correct antwoord. Wat hij ervan vindt dat Bob Dylan de literatuurprijs heeft gekregen? ‘Twaalf personen in een kamer hebben dat besloten. Het maakt mij niet uit.’ ‘Maar voel je geen jaloezie?’ vraagt Pieter suggestief. ‘Heeft de bijbel je geïnspireerd? Abraham zei immers: “Here I am”.’ ‘Dat klopt. I will be there for you. We geloven dat we er zijn voor onze kinderen, ons werk, voor de pleziertjes die we willen beleven. Maar dat kan niet allemaal tegelijk.‘ Opnieuw vraagt Pieter naar Jonathans politieke standpunt naar aanleiding van een joodse rabbijn die in het boek aan het woord komt. Maar het is duidelijk dat hij zich niet in discussies wil mengen en slechts indirect een mening ventileert via de hoofdpersoon Jacob. ‘Here it is. Somewhere in these 576 pages.’ Met een voldaan gevoel loop ik even later over het Leidseplein in Amsterdam. Het was een zeer boeiende en inspirerende avond.

Paperback, 576 pagina's Uitgever Ambo|Anthos , Verschijning: september 2016 ISBN-13 9789041422873 ISBN-10 9041422870

bottom of page