Kluun stapt van zijn fiets, duwt zijn pet iets steviger op zijn hoofd, kijkt naar het terras waar hij mij verwacht en steekt zijn hand op als hij mij ziet. Guitig en jongensachtig. Een womanizer wordt over hem gezegd. Als Kluun tegenover me zit, laat hij een ander beeld zien. Belangeloos beantwoordt hij mijn vragen, serieus en openhartig, en geeft hij mij een inkijkje in de wereld van schrijvers en boekverkopers.
Succes
Als ik Kluun vraag of zijn succes hem is komen aanwaaien, toont hij zijn kenmerkende grijns. ‘Nee. Zeker niet. Succes is niet te voorspellen en kun je niet afdwingen. Een boek waaraan ik twijfelde of het goed zal worden ontvangen, werd een gigantisch succes. Terwijl een boek waarvan ik veel verwachtte, slecht verkocht. Je moet hard werken om ervoor te zorgen dat mensen weten dat je boek er is. Dat kost tijd. Wanneer je er geen moeite voor wilt doen, en denkt: het is ordinair om aandacht te vragen, dan lukt het zeker niet.
Er zijn twee vormen van succes: de eerste is commercieel. De andere succes is: beter worden in schrijven. Om dat te bereiken moet je het gewoon veel doen, zoals een profvoetballer veel moet voetballen. Ook voor schrijvers geldt de tienduizend-uren regel; al doende, leer je.’
Recensenten
‘Een aantal recensenten zijn integer, dat weet je, zoals Maarten Moll en Jeroen Vullings, Arjen Fortuin en anderen. Maar er zijn er ook, die dat niet zijn; zij vinden hun eigen agenda belangrijker dan het objectief beoordelen van een boek. Sommige recensenten schrijven niet wat ze echt vinden. De recensie is dan afhankelijk van de manier waarop ze zich willen positioneren. Sommigen vinden niets goed van de ene schrijver - die zijn makkelijk te herkennen – en diezelfde recensenten vinden wel alles goed van de andere schrijver. Je hebt ook recensenten die hemelen het ene boek op, om te verrassen. Ze willen zich positioneren ten opzichte van anderen. Het volgende boek, dat door anderen goed wordt gevonden, kraken ze af. Dit gebeurt tot het lachwekkende toe. Vraag het maar aan uitgevers of aan ander schrijvers, ze zullen het bevestigen.’
Recensie
‘Als je nog niet veel hebt geschreven helpt een goede recensie om bekendheid te verwerven. Connie Palmen is door het NRC Handelsblad groot geworden. Tegenwoordig is er meer nodig dan aandacht van recensenten.’ Bedachtzaam neemt Kluun een slok van zijn koffie. ‘Een goede recensie is leuk voor je ego, tenminste als je weet dat deze klopt. Maar als ik een slechte recensie krijg en ik weet dat die niet klopt, dan is dat niet leuk, maar het doet me niet meer zo veel. Veel liever ontvang ik reacties van lezers; ik word echt blij als lezers aangeven dat mijn boek hen heeft geraakt.’
Schrijfstijl
‘Mensen moeten geraakt worden. Er moet een dilemma zijn. Zoals bij het boek van Herman Koch: wat doe je als je kind iets vreselijks heeft gedaan. De stijl maakt uit, het is het geheel waar het om gaat. We zitten nu bij het Volkshotel in Amsterdam. Een mooie tent. Goede locatie. En als de koffie iets minder lekker zou zijn, zou dat niet uitmaken, ik zou er nog steeds komen. Met boeken is dat ook zo. Voor het grote succes maakt het niet uit of het briljant geschreven of niet, maar… Als je iets maakt ben je verplicht om het allerbeste te halen uit jezelf.’
Pr & marketing
‘Overschat het effect van pr & marketing niet. Ook al investeer je een ton, het zal nooit automatisch tot succes leiden. Kansloos. Weg gegooid geld. Behalve als je heel bekend bent, dan helpt het. Het is uiteindelijk het boek dat zichzelf verkoopt. Bij Komt een vrouw bij de dokter was het niet de marketing waardoor het 4 jaar in de top60 stond. Dat deed mond-tot-mond-reclame.’
Romans worden opera’s
‘Het boekenvak is een moeilijk vak geworden. Met Nederlandse romans verdienen uitgevers nauwelijks nog wat. Alleen sportboeken, zoals Het eeuwige gezeik dat ik met Ronald Giphart heb geschreven, thrillers, zelfhulpboeken, kookboeken en kinderboeken worden nog verkocht. Soms verkoopt een roman ineens erg goed, maar dat gebeurt weinig. De roman wordt de opera van deze eeuw. Ik geloof dat over 20 of 30 jaar slechts een kleine elite nog romans leest. De tijdsbesteding is veranderd. Niet alleen van de jeugd, die helemaal niet meer leest, maar ook wij lezen minder.’
Weer die grijns. ‘Gelukkig worden er veel boeken gekocht die nooit worden gelezen. En veel als cadeau gegeven boeken belanden in een kast.’ Dan staat zijn gezicht weer serieus. ‘In het concertgebouw kom ik vaak. En echt, ik ben de jongste. Rond acht uur is het bij het concertgebouw een grote grijze bol. Bij boeklezingen zijn de jongste dertigers of veertigers. Een lerares van de brugklas vroeg laatst, of iemand Kluun kende. Niemand! Dat betekent: als ze mij niet kennen, kennen ze ook geen andere schrijvers.’
Toekomst boekenvak
‘Je kunt zoveel aan marketing doen als je wilt, maar wanneer het lezen van boeken als activiteit minder populair wordt, gaat de roman een moeilijke tijd tegemoet. Dat wil niet zeggen dat het geschreven woord, of creativiteit met taal, niet belangrijk blijft. Het zal niet verdwijnen! Er worden ook nog steeds opera’s gemaakt door moderne klassieke componisten. Maar de tijd is voorbij dat het lezen van een boek de hoogste vorm is om je te laven aan kunst. Zo denk ik erover; ik hoop echt dat ik ongelijk heb.’
Voordat ik weer op de fiets stap maken we nog een vlog waarin Kluun benadrukt dat goede pr & marketing niet doorslaggevend is voor het succes van een boek. Ik beëindig de vlog met de woorden dat ik hem geloof. En dat is niet eens sarcastisch bedoeld.
*
Jacobine van den Hoek