top of page
  • Foto van schrijverJacobine van den Hoek

Lezing Arthur Japin


‘Ik ben er al hoor.’ Arthur Japin, auteur van Kolja en andere bekroonde boeken staat al klaar om het woord van Hanneke de Witte, bibliotheek Leusden, en Tim de Bondt, Rotary Leusden, over te nemen. De zaal in het Afas theater in Leusden is tot de nok toe gevuld met geïnteresseerden. Zodra Japin het woord krijgt, is de zaal van hem en hangen we aan zijn lippen. Met zijn woorden neemt hij ons aan de hand, leidt hij ons door het verhaal, en gunt hij ons een blik op de hoofdpersonen als een waar acteur. Kolja

‘Zoals gebruikelijk voor een historische roman kloppen alle feiten, voor zover te achterhalen; de figuren hebben bestaan, de dingen die ze meemaken zijn waargebeurd. En dat viel in dit geval niet mee, de gebeurtenis waar het verhaal om draait is de dood van Tsjaikovski. En die dood is omgeven door allerlei raadselen, geheimen en mysteries. Dankzij Kolja is het mij gelukt om de meest begrijpelijke oorzaak te vinden. Het achtjarig jongetje is doof en kan niet spreken. Hij wordt door de broers Tsjaikovski opgevoed.

Kolja trok mijn aandacht toen ik me inlas in de materie van Tsjaikovski. Zijn leven intrigeerde me. Hoe is het om in een wereld waarin alles om muziek draait doof te zijn?’ In liederlijke bewoording vertelt Japin hoe het voor Kolja moet zijn geweest. Hoe Pjotr zijn broer Modest aanspoorde een doel in zijn, op dat moment nuttelozen, leven te zoeken en hem wees op het jongetje dat een opvoeder nodig had. Japins gebruikt zijn acteursbloed en kruipt in de huid van zowel Modest, Kolja als Pjotr. Zijn zinnen zijn ritmisch en zijn gebaren dragen de tekst. Even wanen wij ons in 1875, in het Oekraïne waar Modest Kolja heeft gevonden. 'Met soms harde methodes kunnen de broers Kolja helpen, ze reizen met hem door Europa en bevrijden hem uit zijn isolement.'

Homoseksueel


Het gaat zo goed met de jongen dat Pjotr het in zijn hoofd krijgt om te trouwen en zelf kinderen te krijgen. Dat was niet vanzelfsprekend, want hij is homoseksueel, net als Modest. ‘‘Jij moet ook trouwen,’ zegt hij tegen Modest. ‘Je kunt toch met de gouvernante trouwen? Zij is verliefd op je, dat zie ik zo.’’ Modest weigert, maar Pjotr trouwt toch een maand later met een jonge fan. Al bij het altaar mislukt het huwelijk; op het moment dat Pjotr de bruid moet kussen loopt hij weg. Op de huwelijksnacht ontvlucht hij haar definitief. Een groot en nationale schandaal, waarvan hij veel spijt had. Dat hoor je nog terug in zijn muziek van die tijd.’

De dood van Pjotr Tsjaikovski

Japin vertelt over de gouvernante, haar heimelijke verliefdheid en de afwijzing van Modest. Als ik mijn ogen dicht doe, zie ik haar staan via Japins woorden; ik voel de pijn van haar afwijzing. Hij spreekt over Kolja, hoe hij leert liplezen, muziek ontdekt, hoe hij 30% tot 40% van de informatie zelf moet invoelen, door op signalen te letten die zienden en horenden vaak missen. Zo kon Kolja erachter komen dat het niet klopte dat Pjotr zou zijn gestorven aan cholera.

Niets heeft mij zo teleurgesteld als woorden ‘Woorden blijken het instrument te zijn geweest van Tsjaikovski’s dood. En als Kolja het raadsel heeft opgelost, merkt hij dat hij de Tsjaikovski’s, aan wie hij zoveel is verschuldigd, het beste dient door te zwijgen. Zwijgen, dat hij van nature deed. En dat geldt voor mij ook. Maar ik heb het Kolja laten zeggen; niets heeft mij ooit zo teleurgesteld als woorden.’


Later legt hij uit dat dit gevoel is ontstaan in zijn jeugd. Hij vertelt een anekdote, waardoor we het begrijpen. ‘Mijn vader was schrijver, en werd daar doodongelukkig van. Veel schrijvers kwamen bij ons over de vloer; ze waren stuk voor stuk geen reclame voor het schrijverschap. Dat was mijn beeld van het vak. Op de lagere school werd ik iedere week in elkaar geslagen, en op een bepaalde dag werd ik opgewacht en werd mij gevraagd bepaalde antwoorden te geven op de vraag wie ik was. Zes woorden. Ik leerden ze uit mijn hoofd en ze hebben mijn leven verlicht en bepaald. Daardoor ben ik wie ik ben. Ik heb de wapens die tegen mij werden gebruikt, opgepakt en ben ermee gaan schrijven. Door die zes woorden, kan ik bepaalde dingen niet meer doen, naar feestjes gaan bij voorbeeld. Maar ik kan jullie wel bereiken om uit te leggen hoe het is om gekwetst te worden met woorden.’

Zichtbaar zijn

Als Arthur Japin vertelt hoe moeilijk hij het vindt om zich tussen (een groep) mensen te begeven, vraag ik hoe hij omgaat met de promotie van zijn boek. Hoe ervaart hij het om naar bibliotheken en theaters te gaan om over zijn boek te praten. Japin verwijst naar zijn boek Maar buiten is het feest, waarin Karin Bloemen de hoofdpersoon is. Zij is misbruikt in haar jeugd, er zaten gaatjes wc-deur, waardoor haar stiefvader naar binnen keek. En niet alleen daar, maar overal in dat huis. Als je dat hoort, dan zorg je toch dat je helemaal nooit meer gezien wordt? Maar nee, wat doet ze, ze laat zich zien: kijk hier ben ik. En dat mechanisme heb ik goed leren begrijpen door haar verhaal te schrijven. Zelf doe ik het ook. Tegenwoordig zet ik een knop om en toon ik mezelf. ‘Openheid is ook een pantser,’ zeg ik ergens in het boek. En dat is het.

Een uur was eigenlijk te kort. Het liefst had ik langer naar zijn woorden geluisterd. De avond wordt afgesloten en Arthur Japin krijgt een groot applaus. Beneden wacht ons drank en hapjes die ons door Rotary Leusden zijn aangeboden. Voor de signeertafel vormt zich een lange rij met mensen die zijn boek nog niet heeft gekocht, en langer van zijn woorden wil genieten.

Jacobine van den Hoek

Sponsor: AFAS Software

Meer blogs over andere schrijvers vind je hier. Of volg Boekenwereld op Facebook of Twitter.

bottom of page