Hij lag met zijn ogen gesloten, levenloos in bad. Uit de kraan stroomde water. Dankzij het afvoergat liep het bad niet over en stond de vloer niet blank. Ik riep zijn naam. Geen reactie. Schreeuwde. Hij reageerde niet. Lag in een diepe slaap. Godzijdank met zijn hoofd op de rand van het bad. Pas toen ik hem aanraakte kreunde hij. Mijn hart bonkte. Ik zag de krantenkop al voor me: 11-jarige Amstelveense jongen verdronken in bad na ‘Nacht van Acht’. Hij had geluk. Hem is niets overkomen.
‘Mam, ik heb een nacht overgeslaan!’ ‘Overgeslagen? Je hebt helemaal niet geslapen?’ Mijn jongste knikte trots. Het was hem gelukt. Ik haalde hem op bij het Amstelbad. Alle tenten waren intussen opgevouwen en een daarvan was gehavend in de prullenbak gegooid. Op initiatief van een aantal klassenouders hadden onze ‘groepachters’ de Nacht van Acht beleefd. Ze zwommen tot laat, dansten, aten pannenkoeken, zongen met elkaar, luisterden naar spannende verhalen en rond middennacht keken ze op een buitenscherm een film. Net op tijd konden ze de eerste belangrijke periode van een mensenleven met een feest afsluiten. Hoera!
Afgelopen woensdag was het écht zo ver: de allerlaatste dag op Basisschool Piet Hein. Iedereen lachte. Er prikten tranen in mijn ogen. Daar ging onze jongste. Iets te laat, zoals vaker, sloot hij aan bij zijn klas – hij en ik hadden ruzie gemaakt over een te dragen blouse, hij weigerde hem aan te trekken, vond een vaal T-shirt ook wel goed. Sommige dingen veranderen niet. Maar op die middag liep hij voor de laatste keer onder een erehaag van kinderarmen vanuit de hoofdingang over het schoolplein. Wij, ouders, stonden op gepaste corona-afstand. Het was voorbij. Ze worden oud. Wíj worden oud. Geen kinderpartijtjes meer. Nooit meer uitdelen. Geen ruzie meer over verdwenen drinkbekers en vergeten broodtrommels.
’s Avonds was het eindfeest in Dansschool Mittelmeijer. Ze dansten. Zongen. Sprongen en lachten. En daarna kwamen de tranen, omhelzingen en troostende gebaren. Zonder ouders. Lachte onze zoon vol bravoure, zoals hij later beweerde? Of pinkte hij stiekem ook een traantje weg? Ik weet het niet en zal nooit erachter komen. Zoals ik ook nooit erachter zal komen wat er zou zijn gebeurd als ik onze zoon niet in bad had gewekt. Ik ervaarde die gebeurtenis als ‘geluk’ en wens dat zijn geluk in de rest van zijn leven aan hem zal blijven kleven.
Jacobine van den Hoek
•••
Jacobine schreef de debuutroman Zondebok. Een verhaal over liefde, moed en macht in aanloop naar de 80-jarige oorlog. Het boek is (online) te bestellen bij elke lokale boekhandel. Ook als luisterboek en e-book.
Fragment:
Op een bungelend bordje boven de deur aan de Nieuwe Zijde staan een roede en een plak getekend. ‘Die gebruiken ze om je iets te leren,’ had haar moeder gezegd. ‘Maar als je altijd doet wat de meester zegt, gebruikt hij ze niet en word je net zo slim als hij.’ Moeder had daarbij zachtjes in haar wang geknepen en Fye had zich voorgenomen om precies te doen wat de meester zou vragen. Wat hij met een plak en een roede kon doen wist ze niet, maar het was vast onprettig.
Comments