De weide met het pad in het Amsterdamse Bos is omzoomd met bomen. Midden op het pad staan mensen: een vrouw achter een kinderwagen en een klein meisje met haar moeder. De moeder zit op haar hurken om een foto te schieten. Ze draagt een rode jas. Op nog geen meter afstand van de vier (ik neem aan dat er een baby in de wagen ligt) staan Schotse hooglanders. Altijd fotogeniek. Meestal traag en grazend.
De vier staan dichtbij. Heel dichtbij.
Een van de hooglanders kijkt door zijn oogharen naar de fotograferende vrouw. De horens van de stier wijzen waarschuwend naar voren en zijn oren bewegen heen en weer. Het is windstil. De vrouw bij de kinderwagen neemt nu ook haar mobiel in de hand. Ze doet een paar stappen naar voren, wil de hooglander groter in beeld krijgen. De neusgaten van het beest verwijden. Het kleine meisje lijkt dat grappig te vinden. Parmantig stapt ze naar voren en steekt haar handjes uit; ze wil het dier aaien en toespreken. Er komt gebrabbel uit haar mond. De hooglander snuift luidruchtig. De moeder van het meisje schikt ervan en gilt naar haar dochter dat ze terug moet komen. Te laat. Het meisje staat nu nog geen vijftig centimeter voor de neus van het enorme beest en ineens laat de rund zijn immer verborgen kracht zien.
De Schotse hooglander sprint naar voren. Neemt het meisje op de horens en werpt het lichaam de lucht in met een draaiende beweging met zijn hoofd. Tegen een boomstam valt ze te pletter. In zijn aanval heeft hij de kinderwagen omvergeduwd. De baby, de moeder en haar vriendin beginnen te gillen. Oorverdovend luid. De andere beesten kijken verstoord op. Ook zij schrapen nu hun hoeven en zetten het op een rennen. Een van de runderen draaft naar de vrouw met de rode jas die kermend en ineengedoken van ellende bij het lichaam van haar dochter zit. Terwijl de hooglander voortraast zie ik hoe hij de kop buigt en zijn horens gevaarlijk naar voren steekt. Mijn adem stokt. Nooit eerder zag ik een gespietst vrouwenlichaam.
Het pad eindigt bij een brug. Daar knipper ik met mijn ogen en lach om mijn op hol geslagen fantasie. Terwijl ik voorzichtig over het wildrooster stap kijk ik nog een keer achterom. De twee vrouwen zijn voorbij de Schotse Hooglanders gewandeld die nog steeds goedmoedig staan te grazen.
Jacobine van den Hoek
Van den Hoek is columnist, tekstschrijver en schreef haar debuutroman Zondebok.
Comments