Het is middag, de scholen gaan uit. Als vanouds huppelen kinderen weer schreeuwend over straat, slaan vogels verschrikt hun vleugels uit en blokkeren elektrische bakfietsen fietspaden en wegen. Curlingmoeders met gillende zorghormonen zijn terug van weggeweest. Help.
Ook mijn zonen mogen weer naar de middelbare; de oudste één of twee dagen per week en de jongste mag zijn school elke dag verkennen. Verkennen, ja. Het fonkelnieuwe schoolgebouw van het Hermann Wesselink College heeft geen geboortefeest gekregen. Er zijn geen lintjes doorgeknipt en de leerlingen konden zich niet tegelijk in het theater verzamelen om lachend, spottend en tegelijk supertrots de woorden van hun rector te ontvangen. Druppelsgewijs maakt men kennis met het gebouw: de examenleerlingen mochten het inwijden en de rest volgt nu ook. Eindelijk!
Goedgehumeurd proppen mijn zonen hun spullen in hun schooltas. Dat is wel eens anders geweest. Hun enthousiasme is aanstekelijk en veelbelovend. Ik hoef me niet meer te ergeren als ik weer eens stemmen van een vriendje van een andere school door de kamer hoor tetteren terwijl dat de stem van een docent moet zijn. Ik hoef niet meer te vragen of ze zich fatsoenlijk willen aankleden. En ik hoef al helemaal het huiswerk niet meer te controleren. Hoewel, dat laatste kan ik beter blijven doen.
Mijn man wees me er laatst op: hoe hard ik had gelachen om moeders die hele werkstukken voor hun kind maakten en uren kwijt waren aan schoolwerk. Gekkenwerk, vond ik. Laat die kinderen gewoon op hun eigen niveau werken. En nu, tien jaar later, sta ik zelf voor het dilemma. Vanaf maart vorig jaar werden ze geacht zelfstandig te gaan werken. Het ene kind doet dat fantastisch. Maar onze jongens – laat ik het voorzichtig uitdrukken – hebben daar moeite mee. Dus benoemde ik mezelf vorig jaar tot invaljuf en kreeg ik er een parttimebaan bij. Dagen gamen zou goed zijn voor de vingercoördinatie en voor het onderhouden van sociale contacten, wist ik, maar ten koste gaan van schoolprestaties. Ik greep in.
‘Doe je dat? Mijn kind doet haar huiswerk zelf. Ik hoef er niets aan te doen,’ hoor ik regelmatig. Dan glimlach ik. Natuurlijk. Tegelijk lees ik de krant. Curlingouders zullen niet altijd het beste in hun kinderen naar boven halen. Gekkenwerk is het, en blijft het. En toch denk ik dat het voor sommige kinderen een zegen is dat er van die gekken bestaan.
Van den Hoek is columnist, tekstschrijver en schreef haar debuutroman Zondebok. Dit boek is te koop bij de lokale (online) boekhandels.
Comments