Briesend rent ze langs bomen. Ze rent zo hard als haar benen haar kunnen dragen. Vogels vliegen verschrikt op. Voetgangers doen een stap opzij. Haar ogen rollen bijna uit haar kassen. Speeksel hangt in sliertjes langs haar bek.
De hond blafte hard en sprong om haar heen. Ze steigerde. Opeens voelde ze niets meer op haar rug. Geen aansporingen meer in haar flank en geen geruststellende stem van haar berijdster. Daar lag ze, tussen het groen. Ze riep haar naam: ‘Clara!’ Schreeuwde naar de hond; die stond tussen hen in met blikkerende tanden. Oorverdovend geblaf. Het maakte haar bang. Ze liep heen en weer, wilde terug naar haar berijdster, maar wist niet hoe. Toen begon ze te rennen. Met schuim op haar bek zocht ze een veilige plek.
Ik geef toe, ik ben geen held met paarden. Ze zijn groot en hebben een eigen wil. In het verleden zat ik wel op een paardenrug. Ik herinner me een les waarbij het dak werd gerepareerd. Het gehamer maakte mijn paard onrustig. En mij ook. Ik werd onzeker. Dat voelde het paard. Ze ging op haar achterbenen staan. Protesteerde. En ik gleed van haar af in het zand van de manege. Toch heb ik een zwak voor ze, denk wel eens dat ik graag zou willen leren rijden. Het lijkt me heerlijk om de natuur in te gaan, de krachtige spieren onder je te voelen en de wind in je oren te horen ruisen.
Als Clara eraan komt spring ik opzij en grijp de arm van mijn man. We kijken achterom, net als anderen die het beest voorbij hebben laten gaan. Er is geen ruiter te bekennen. We lopen door en zien het paard tot onze opluchting verderop in het gras staan, vastgehouden aan haar teugel. Ik bewonder de mensen die haar hebben weten te vangen en vertel hen van waar het paard komt. Ook maak ik een foto en plaats deze op social media – soms heeft het voordelen om veel Facebookvolgers te hebben.
Het bericht gaat als een dolle, wordt gedeeld en het paard wordt herkend. Een dag later krijg ik een bedankje van de berijdster, ze is ervan af gekomen met slechts een paar blauwe plekken en het op hol geslagen paard is weer op stal. Iedereen is gerustgesteld en alles is weer normaal. Laten we hopen dat onze op hol geslagen economie dezelfde goede afloop heeft.
Jacobine van den Hoek
Jacobine schreef een debuutroman, Zondebok.
Zondebok is te koop bij de lokale (online) boekhandel. Ook als e-book en luisterboek.
Eerste pagina, Zondebok:
1542
Als demonen schieten de vlammen boven de menigte uit. Met een strak gezicht baant moeder zich een weg naar voren. Ze houdt Fyes hand zo stevig vast dat het pijn doet. Mensen om hen heen strekken reikhalzend hun nek. Moeder krijgt een duw, haar hand verliest grip en ze verdwijnt in de mensenmassa. Fye roept, maar haar stem gaat verloren in het opgewonden gejoel. Tussen vreemde armen en rompen zoekt ze naar moeders vertrouwde hand. Tevergeefs. Ze kijkt omhoog, zoekt haar gezicht. Nergens.
Comments