Redacteur Rob Steijger geeft in 7 delen tips voor het schrijven van manuscripten. Deze week behandelt hij: personages.
Een goed verhaal valt of staat met overtuigende personages (wat zelfs voor nón-fictie opgaat). Maar wat maakt een personage overtuigend? Twee dingen: hij of zij moet authentiek zijn en hij of zij moet minimaal één drijfveer hebben.
Authentiek
Met authentiek bedoel ik dat het personage een eigen persoonlijkheid, een eigen stem moet hebben. De lezer hoeft niet per se bevriend te raken met je personages, maar je helpt hem te beslissen of ze vrienden zouden kúnnen zijn door je personages van voldoende karakterdetails te voorzien.
Maak hierbij gebruik van show, don’t tell: je personages geven zich vanzelf bloot door hun opmerkingen en doen en laten.
Ook het perspectief kan de lezer hierbij helpen. Het personage bij wie het perspectief ligt, kan namelijk het achterste van zijn tong laten zien; wat iemand zegt of doet hoeft immers niet altijd overeen te stemmen met wat iemand denkt. Zo creëer je een intiemere band tussen de lezer en je personage.
Drijfveren
Drijfveren bezielen je personages. Wat hopen ze, wat haten ze, wat vrezen ze, waarnaar of naar wie verlangen ze… wat wíllen ze nou eigenlijk? Waarom doen ze (onbewust) wat ze doen?
Sommige personages maken de lezer al vanaf de eerste zin duidelijk wat ze willen – de dader vinden, bijvoorbeeld. Andere personages laten de lezer veel langer in het ongewisse hierover – waaróm pleegde de dader zijn daad, bijvoorbeeld. Door niet direct alle drijfveren (of in het geval van de dader: zijn motief) aan het licht te brengen, creëer je een spanningselement. Je geeft de lezer zo een extra reden om het verhaal te willen lezen.
Drijfveren hoeven niet altijd een externe oorzaak te hebben: hoeveel protagonisten worden er wel niet geplaagd door interne issue’s? Soms weten ze zelf niet eens wat hen precies belemmert, wat een mooi uitgangspunt schept voor een zoektocht. En is niet elk (goed) verhaal daarop gebaseerd?
Tip
Laat je personages op hun eigen manier reageren op dezélfde situatie. Niet alles wat je hiervoor opschrijft, hoef je uiteindelijk te gebruiken. Zie het als voorstudie. Maar wie weet levert het een mooie scène of plottwist op.
Tip 2
Voorzie je personages van hun eigen stop- en vloekwoorden; laat ze dus niet allemaal met ‘What the fuck!?’ reageren. Hou hierbij ook rekening met de tijd en plaats waarin je verhaal zich afspeelt.
Tip 3
Schroom niet je personages te ‘gebruiken’ voor je persoonlijke drijfveren. Wie weet lucht het op!
Rob Steijger is manuscriptredacteur, hij werkt op freelancebasis voor zowel schrijvers als uitgevers, onder meer voor Boekerij, HarperCollins, The House of Books en Prometheus.
Meer informatie over Rob Steijger vind je hier.
Comments