Pas nu merk ik hoe vaak ik onbewust mijn hand op iemands arm leg om mijn woorden te onderstrepen, of om te laten zien dat ik het goed bedoel. En zeker nu, zou ik zo graag die troostende hand op de schouders van ondernemers willen leggen, allen die wakker liggen van het ‘nieuwe normaal’. Een schouderklop voor Peter van ANNA en George van Café Thijs, een hand aan Jeff en Laurens van Abina en een knuffel voor Jessica van de Winekitchen at sea. Ik wil het. Maar het mag niet. Soms klinkt achter de gevels een doodstil gekrijs. Het enige wat ik kan doen is het uitspreken van medeleven; een aardig woord voor kapster Daphne van Strak en Jon-Patrick van Spokk, en hopen dat de zon ook voor hen weer gaat schijnen.
Ook Jurjen van Leeuwen, onze personal trainer kreeg ermee te maken. We strekten niet meer in zijn aanwezigheid; geen jumpin squats, niet meer optrekken aan de rekken en geen aanmoedigingen met zingende vogels als achtergrondkoor. Ons restte niets anders dan zelf een rondje te hardlopen, zigzaggend over het pad. Coronaproof.
Tot vandaag. Als koeien, losgelaten uit de winterstalling renden we over het pad bij het Amsterdamse Bos naar de grote weide. Hadden we tot dan toe thuis slechts instructiefilmpjes opgevolgd (ik heb ze vooral bekeken), nu mochten we weer met de voeten in het klamme gras. Er was geen ontsnapping meer mogelijk. Gekleurde, plastic trainingshoedjes bakenden de afstand voor ons af. We sprongen als kikkers van pion naar pion en kropen op zwabberende armen, als krabben door het gras. Ik voelde dat mijn lichaam begon te protesteren en dat de afstand tussen de kleurige pionnetjes steeds groter leek naarmate de les vorderde. Jurjen toonde geen clementie, blij dat hij weer voor de groep mocht staan. En ook wij gingen door. De grenzen verleggen, doorgaan als het eigenlijk niet meer kan; het maakt weerbaar en sterk. Het is waar onze ondernemers nu mee te maken krijgen. Daar dacht ik aan toen we de laatste opdracht kregen. Met vereende kracht drukte ik mijn borst naar de grond. En weer op. Net als ondernemers. Adem in, adem uit. Een beetje spierballen kweken. Want zo komen ze sterker uit de strijd en kunnen we elkaar over een tijdje weer in geluk omarmen.
Jacobine van den Hoek
***
Jacobine schreef de debuutroman, Zondebok. Een verhaal over liefde, moed en macht in aanloop naar de 80-jarige oorlog. Het boek is (online) te bestellen bij elke lokale boekhandel. Ook als luisterboek en e-book.
Fragment uit Zondebok:
Met een terneergeslagen blik hoort Fye de tirade van de rentmeester aan. Ze zou Sybrant Occo wel willen uitleggen dat ze al een stuk rustiger doen dan vroeger, en dat ze vrijwel geen lange ballen meer spelen. Maar ze zegt niets en laat Laurens het woord voeren, die dat als geen ander kan. Als reactie op Occo’s woorden stapt hij naar voren en steekt zijn hand uit alsof hij een overeenkomst wil sluiten. Werktuiglijk neemt de rentmeester hem aan, waarbij hij te laat beseft dat hij geenszins van plan is om tot overeenstemming te komen. Verward trekt hij zijn hand terug, keert de kinderen de rug toe en loopt mopperend het stadhuis in.
Zodra hij uit het zicht is, schieten ze in de lach. Met een speels gebaar tikt Fye de bal tussen Floris’ been door, rent hem voorbij en scoort door met een krachtige slag van haar colf het leer te raken, waarna de bal het doel inrolt. Laurens juicht en slaat een arm om haar heen.
Comentarios