Ze was de meest gelukkige student op aarde. Van een klein dorpje in Friesland, trok ze naar de grote stad en vond een kamer in Uilenstede, Amstelveen. De kamer was klein, maar de gemeenschappelijke keuken gezellig en de vorige bewoner vertelde dat er altijd wel iemand op de gang iets te vieren had. Het studentenleven was begonnen.
Dat alles anders zou gaan, had ze nooit kunnen bedenken. Dat ze de eerste helft van het jaar naar haar ouders zou teruggaan vanwege een agressief virus had niemand voorzien. Dat de deuren van de universiteit gesloten bleven en ze haar medestudenten via haar laptop moest leren kennen was voor iedereen een nieuwe werkelijkheid. De gangen in Uilenstede waren leeg en stil. In de keuken zat niemand. In de koelkast lag een uitgedroogde komkommer en een bak met vlees dat ze weggooide zodra de geur haar neusgaten binnendrong en ze met afschuw haar hoofd terugtrok. Het café naast Uilenstede, theater Griffioen: stil. De enige manier om met iemand in contact te komen was via het knipperende beeldscherm, waarvan ze op den duur hoofdpijn kreeg.
De intelligente lockdown ging voorbij. Bewoners van Uilenstede keerden druppelsgewijs terug. Er ontstonden spontane feesten. Ze hoorde geklets op de gang. Gelach. Geluid door de muren. Maar zij zat alleen. Werd niet gevraagd. Niemand kende haar. Soms kwam ze mensen tegen, maar de aanblik van hun plezier prikte venijnig in haar hart. Liever trok ze zich dan terug op haar kamer, sloot de deur en keek urenlang vanuit haar bed naar de poster op haar wand. Alleen. Eenzaam. En ongelukkig.
Zichzelf opmaken deed ze allang niet meer, haar lange haren bond ze elke dag in een staart en ze werd steeds stiller. Alle series op Netflix had ze al gezien. Overdag werkte ze vanuit haar kamer aan haar studie, die tegenviel en waarvan ze soms niets begreep, en ’s avonds zocht ze contact met verre vrienden en familie. Ze miste ze. Het liefst ging ze weer naar huis. Toen het café en het theater weer opengingen verbeterde de sfeer, toch was de achterstand niet meer in te halen. Ze deed wat ze moest doen, haalde prima cijfers, maar het plezier in het studentenleven wilde niet komen. Iedereen vermaakte zich ogenschijnlijk goed, behalve zij. En toen begon ze te hoesten. Van de GGD moest ze in quarantaine. Het studentenleven had ze zich werkelijk anders voorgesteld.
Jacobine van den Hoek
Van den Hoek is columnist, tekstschrijver en schreef haar debuutroman Zondebok.
Comments