Zijn ogen gaan onrustig heen en weer. Zijn knokige vingers trommelen ritmisch, maar onrustig op de bekende interviewtafel van Matthijs van Nieuwkerk. Je ziet hoe hij zijn antwoorden eruit perst en als een gekooid dier rondjes op zijn stoel draait. ‘O dat mag hoor,’ zegt Matthijs laconiek, ‘je mag best rondjes draaien.’ De belangstelling, de lichten in de studio en de camera’s die op hem gericht staan doen zijn autistische trekjes optimaal tot hun recht komen.
Deze bijzonder talentvolle muzikant vindt alleen rust bij zijn muziek. En, o ja, het lukt ook wel met drank en drugs. De muziek is zijn passie, zijn therapie, zijn navelstreng. Zijn muziekstijl is net als hijzelf ongrijpbaar, zijn nummer zijn soms melodieus en harmonieus, soms rock of jazz. Voor een aantal nummers van zijn laatste album moet je vaste gast zijn van Coffeeshop The Border. In ieder geval is het mij (nog?) niet gelukt deze psychedelische muziek nuchter te begrijpen. Maar ik vergeef het hem, want wat is zijn album ‘Venus en Mars’ goed! ‘Wat zou ik graag naar zijn concert willen,’ verzucht ik later tegen een vriendin waarvan ik weet dat ze zijn muziek ook waardeert. ‘Echt?’ vraagt ze. ‘Ja echt!’ En ik vertel enthousiast wat ik zo bijzonder aan hem vindt. ‘Nou dat komt goed uit want ook dit jaar zijn er weer zes zomeravondconcerten in de reeks Live At Amsterdamse Bos en raad eens wie het eerste concert geeft?’ ‘Jett?’ ‘Ja! Maar het is al uitverkocht.’ ‘Oh,’ teleurgesteld kijk ik haar aan. ‘Nou, toch leuk dat je het even meldt,’ brom ik. ‘En,’ negeert ze mijn chagrijnige antwoord, ‘ik heb vier kaarten. Je mag er wel een overnemen?’ Mijn vette glimlach zegt genoeg. Op zeven juni fietsen wij langs de nog smeulende barbecues door het Amsterdamse bos richting het opluchttheater. We vinden een plaatsje op de houten bankjes en zien hoe Jett in zijn eentje zenuwachtig het grote podium betreedt. ‘Voel je thuis,’ zegt hij, als hij wippend achter zijn vleugel is gaan zitten. ‘Ga lekker dicht bij elkaar zitten. In een intieme sfeer durf ik alles te zeggen.’ En niets is minder waar. Kwetsbaar en fragiel, omringd door de groene bomen en zijn publiek, speelt hij akoestisch de meest mooie liedjes. En een uurtje later is het alsof we op zijn feestje zijn. Wanneer hij zijn achtergrondzangeressen in het publiek ziet ontkomen ze niet aan een gastoptreden bij de kleine grote Jett. ‘Hoe lang heb ik nog?,’ zegt hij als hij al bijna twee uur aan het spelen is. ‘Een kwartier? Nee, daar doe ik het niet voor. Ah, drie kwartier. Nou vooruit.’ Enthousiast pakt hij zijn gitaar om verder te spelen, zijn vooropgezette playlist volledig negerend. Wanneer het concert is afgelopen is mij een ding duidelijk geworden. Jett is er niet voor ons, maar wij zijn er voor Jett. En als de volgende artiesten die door Live At Amsterdamse Bos zijn ingepland net zo goed zijn als hi, dan belooft dat veel goeds.