top of page

Apies kijken

Foto van schrijver: Jacobine van den HoekJacobine van den Hoek

Het eten is bijna klaar, het is tijd om mijn jongste zoon van Sporting Martinus te halen. Ik loop over de Oude Karselaan en zie zijn fietsje eenzaam op de stoep liggen. Er gaat een schok door mij heen en verschillende horrorscenario’s verschijnen op mijn netvlies. De fiets ligt precies voor de ingang van een woning.

Ik besluit aan te bellen. De gedachte schiet door mij heen dat velen mij in de jaren ’70 zijn voorgegaan. In die tijd waren Okko en Riga de bewoners van dit huis en nadat zij hun eerste doodshoofdaapje een thuis hadden gegeven stond de een na de ander met een exotisch aapje bij hen voor de deur. Bedremmeld vroegen de mensen Okko om hulp. Bij de aanschaf van hun schattige medebewoner hadden ze er geen rekening mee gehouden dat deze ook volwassen zou worden. Het bleek niet makkelijk te zijn om een aap uit te leggen dat de gordijnen er niet hingen als klimtouw of dat de koelkast niet bedoeld was als onuitputtelijke voedingsbron. De tuin vulde zich met kooien en Okko liet zijn apen, als een echte Zilverrug, met regelmaat weten dat er maar één de baas was in huis. En dat was híj! Onder zijn ruige baard glom zijn gouden ketting in de zon, hij deed geen moeite zijn schaafwonden en krassen op zijn arm te bedekken. Iedere dag liep zijn vrouw Riga met hun schattig geklede aapjes richting het Amsterdamse Bos om de beestjes uit te laten. En elke keer weer streken Riga en Okko met hun hand over hun hart als er een zielig beestje werd aangeboden. De dieren kwamen eerst alleen uit Nederland, maar later vingen ze ook allerlei exotische dieren op van ver buiten Europa. ‘Het huis wordt te klein,’ stamelde Riga op een dag. Ze wurmde zich tussen de kooien en keek haar man vertwijfeld aan. Maar Okko zou Okko niet zijn als hij het niet zou oplossen. Hij regelde een nieuwe ruimte bij de oude anjerkas aan de Legmeerdijk. Maar zelfs die ruimte werd te klein en rond de eeuwwisseling kregen ze een fantastisch apeneiland in Almere toegewezen waar nog steeds jaarlijks bijna driehonderd dieren worden opgevangen. Terwijl deze gedachte door mij heen flitst druk ik op de bel en doet een mevrouw in badjas open. Al snel zie ik tot mijn opluchting mijn blonde telg achter haar. Hij heeft een lange stok in zijn hand. De vrouw schaamt zich duidelijk voor haar outfit en stamelt dat ze ziek is. Treurig loopt mijn zoon langs haar heen en vergeet haar te bedanken voor de gastvrijheid. ‘Ik heb de bal per ongeluk in het water geschopt,’ zegt hij met paniek in zijn ogen, ‘maar ik kan er niet bij!’ Ik verontschuldig mij bij de aardige mevrouw en loop samen met mijn zoontje naar de volgende deur. Benieuwd of de gastvrije ‘flow’ van Okko en Riga ook bij dat huis voelen is.

 ©Copyright Jacobine van den Hoek 2021
Website redesign Astrid Works

bottom of page