top of page
  • Foto van schrijverJacobine van den Hoek

Geloof het of niet


Vragend houdt hij een pepernoot voor het gezicht van mijn jongste. Die reikt zijn hand al uit om het snoepgoed aan te pakken. Te laat. De Piet stopt het in zijn eigen mond. Met een brede grijns kauwt hij uitbundig, en propt vervolgens meer van het lekkers naar binnen.

Waar mijn jongste normaal in huilen zou uitbarsten kijkt hij nu afwachtend naar de man met zijn zwarte krullen en zijn donkere gezicht. Zijn geduld wordt beloond. De kleine handjes van mijn zoon worden rijkelijk gevuld met heerlijke snoepjes.

De gemene Zwarte Piet loopt zwaaiend weg, de molenweg in, achter de andere Pieten aan. Als ware discipelen omringen ze de goedheiligman. Wij zwaaien naar hen. De Piet in de Ferrari en clown Hoky Poky maken grote indruk. De fanfare speelt eeuwenoude liedjes en het is één groot feest.

Terwijl mijn jongens die avond fanatiek zingen voor de schouw, vraag ik mij af waar dit oude gebruik vandaan komt. Wie is die goede man eigenlijk? En waarom is het in Nederland zo’n belangrijke traditie?

De oorsprong ligt in de Sint-Nikolaaskerk in Utrecht. In de 15e eeuw werden daar schoenen neergezet. Rijke Utrechters legden er wat in. De opbrengst werd de volgende dag verdeeld onder de armen. Want 6 december 342 was de officiële sterfdag van Nicolaas, bisschop van Myra. Een paar eeuwen later werd hij heilig verklaard.

Zoals altijd wanneer volwassenen verschillen van mening over godsdienst, kwamen er discussies. Protestantse predikanten probeerden de viering te verbieden. Tevergeefs. De gezinnen bleven het feest in huiselijke kring vieren en rondom Sint Nicolaas ontstonden steeds meer legendes.

Mijn zoontjes geloven niet meer in de heiligverklaring, maar wel in de goedheid van de man met de mijter, zijn staf en de witte baard. En vooral de cadeautjes maken het feest compleet. In blind vertrouwen volgen zij de oude man en zijn volgelingen. Bij het Stadshart verwelkomen gelovigen en niet-gelovigen de Sinterklaas en zijn knechten. Ik zie alleen maar blije gezichten. En het valt mij op dat het de kinderen niet uitmaakt of de hulpjes zwart of wit zijn. De witte herauten die de stoet afsluiten zijn net zo interessant. Ik geniet van de ongecompliceerdheid en ruimdenkendheid van de jeugd.

Wat zou het mooi zijn als wij, volwassenen, net zo liberaal kunnen zijn als onze kinderen. Want zelfs de Piet die de pepernoten voor de neus van mijn zoontje wegkaapte, wordt door hem enthousiast uitgezwaaid. Mijn zoontje geeft de Sint een hand. Zijn vertrouwen is zichtbaar in zijn ogen. En ook in die van mij.

bottom of page