top of page
  • Foto van schrijverJacobine van den Hoek

Kledingbank


Nog voordat ik goed en wel heb geparkeerd komt een man naar me toe. Ik stap uit. Samen lopen we naar mijn achterbak en ik geef hem de volle tassen. ‘De rieten mand wil ik graag terug.’ Een korte blik, irritatie, maar dan toch begrip. ‘Loop dan maar even mee.’

Intussen zijn mijn jongens ook uitgestapt. Volgzaam lopen ze achter mij aan, de grote schuur in. Er staan er meerdere. Maar deze moeten we hebben: KLEDINGBANK, staat er met grote letters op.

Het is stil als we binnenkomen. Bij de ingang word ik vragend aangekeken. ‘Heeft u een kaart?’ vraagt een vrouw met Wil op haar naambordje. Ze zit achter een grote tafel. Ik leg uit dat ik alleen spullen breng. Nieuwsgierig kijk ik om me heen. Er zijn heel wat mensen die tussen de rekken spullen van hun gading zoeken. Een ouder echtpaar rust even uit op een zitje in het midden. Twee kinderen staren naar mijn jongens. Zodra een jonge vrouw mijn onderzoekende blik kruist, verbergt ze haar gezicht tussen de kleding. Beschaamd sla ik mijn ogen neer.

‘Het is zeker druk vandaag?’ vraag ik aan Wil. ‘Nou dat valt wel mee. Normaal ontvangen we ruim 100 kaarthouders per dag. Een kaart per gezin.’ ‘Hoe vaak mag een gezin langs komen?’ ‘Om de drie weken. En de meesten doen dat ook,’ informeert ze me bereidwillig.

Verderop wordt er gelachen. In de hoek staat een tafel, met zorg aangekleed met een (nep)bloemetje. Omdat ik even moet wachten wordt mij al snel thee en cake aangeboden. ‘Dat is vanmorgen door een klant gebakken,’ zegt Marrie. Haar naamplaatje zit half verscholen achter haar sjaal. Ze werkt al 15 jaar bij de Kledingbank, vertelt ze. Elke maandag wordt er uitgepakt en elke woensdag is de winkel open.

Ik vraag naar hun ervaring. We zitten intussen met zijn vijven aan tafel. De blauwe ogen van Nella lichten op, ze contrasteren mooi met haar zilveren haar. Vol enthousiasme vertelt ze over een vaste klant, een oudere dame. Omdat ze bijna 60 jaar getrouwd was, zocht ze een mooi pakje. De burgemeester zou immers bij haar langs komen. En dan moest ze er fatsoenlijk uitzien. De week erop stond er een mooie foto van haar en haar man in de krant. Trots en met opgeheven hoofd droeg ze haar kledingbankpakje. Mooi.

Mijn normaal zo aanwezige jongens aanschouwen alles opvallend rustig. Als een meisje met een gelukzalige glimlach om haar mond met een Doraboek wegloopt, stoten ze elkaar aan. ‘Snap jij nou, dat ze dat boek nam. Ik zou echt een knuffel kiezen.’ Het is dat hun eigen knuffels nog niet zijn uitgepakt. Ze zouden het meisje er zeker op hebben geattendeerd.

Als mijn thee op is en ik mijn rieten mand weer terug krijg, bedank ik de vrijwilligers voor hun goede zorgen. Buiten wisselen twee vrouwen de laatste nieuwtjes uit. Hun tassen gevuld met ‘nieuwe’ kleding. De man die ons hielp te lossen bij aankomst is nergens te bekennen.

www.kledingbankamstelland.nl

bottom of page