Het was half 7 in de ochtend. Douchen, aankleden, ontbijten, met de normale rituelen begon de donderdag, mijn schrijfdag. In grote lijnen had ik mijn personages uitgewerkt. Voor het gemak waren het bestaande personen. Sommige kende ik goed, anderen waren mensen waarover ik een interview had gelezen. Mijn verhaal was samenvattend uitgeschreven, in eerste instantie in mijn groene schriftje, later netjes uitgewerkt op de PC. Achteraf jammer dat ik het einde open had gelaten. Dat had mij veel (herschrijf)tijd gescheeld.

’s Morgens werkte ik thuis. Standaard had ik een grote pot thee naast me staan. Het duurde altijd even voordat ik voldoende focus en concentratie had om me in te leven. Maar als het zover was, maakte ik mee wat mijn hoofdpersoon meemaakte. De woorden sprongen vanzelf op het computerscherm, mijn handen waren slechts doorgeefluik.
Vaak stapte ik net voor de lunch op mijn fiets en reed naar Amsterdam. Midden op het Leidseplein bevond zich kunstenaars sociëteit De Kring. In 2015 kon je overdag in het restaurant werken. Dat leek mij een uitermate geschikte manier om inspiratie op te doen.
Op zo’n middag leerde ik daar Floris kennen. Hij vroeg mij waar ik mee bezig was en ik vertelde hem enthousiast dat ik een boek schreef, een roman/ thriller. Ik wist zelf nog niet precies wat het zou worden, werd niet gehinderd door enige theoretische kennis.
Tijdens de lunch besloot ik me als schrijfster te introduceren. Het voelde gek, eigenlijk was ik het nog niet. Maar ik dacht: als ik er zelf in geloof, dan zal het op een dag de waarheid zijn. Maar natuurlijk vertelde ik ook over hoe onervaren ik was. Hij herkende het, had zelf een keer zonder enige ervaring een opera geschreven. Deze was er wel gekomen! We raakte enthousiast aan de praat en hij bood mij aan mijn eerste kritische lezer te worden.
Met zwetende handen drukte ik een half uur later op de verzendknop. Mijn eerste twintig pagina’s zouden worden beoordeeld.
Nog steeds ben ik hem dankbaar dat hij mijn schrijfsels niet meteen heeft afgebrand, want goed waren ze niet. Hij zei: schrijf nu eerst maar je verhaal. Mooie zinnen komen later wel. Je moet eerst meters maken. Hij had gelijk.
Jacobine van den Hoek (november 2019)
Comments