top of page
  • Foto van schrijverJacobine van den Hoek

Dementie


Geen koffie! Geïrriteerd doet ze het kastje dicht. Hoe kan een dag goed beginnen zonder koffie? Er zit niets anders op dan naar de supermarkt te gaan. Schuifelend loopt ze naar de deur. Die is op slot. De sleutel ligt niet waar ze hem verwacht, maar ze vindt hem gelukkig op een haakje naast haar jas. Deze trekt ze aan. Met haar rollator hobbelt ze even later richting Van der Linden.

Van ver ziet ze dat er iets is veranderd, er hangt een groot bord met Natuurwinkel. Als ze de winkel inloopt staan de kassa’s op een andere plek. Nog steeds wordt er groenten verkocht, maar geen enkele verpakking komt haar bekend voor. Ze gaat op zoek naar de eigenaar, Co zal haar wel uitleggen hoe het zit. Dan schrikt ze van drie harde piepjes. Een man ontvangt een sms-bericht. Ze zouden die telefoons af moeten schaffen. Een normaal mens kan zich toch niet concentreren als hij steeds gestoord wordt? Wat zoekt ze hier eigenlijk? Ze wil naar huis. En die griezel met zijn mobiel staat haar maar aan te staren. Hij komt op haar af. Ga weg, denkt ze, en draait hem haar rug toe.

‘Kan ik u ergens mee helpen?’ vraagt de man. Als ze kon rennen, zou ze dat doen. Maar dat lukt haar niet. ‘Nee, nee, ik ging net naar huis. Terwijl ze de winkel uitloopt kan ze zichzelf wel voor haar hoofd slaan. Hoe kon ze hem zeggen dat ze naar huis gaat, direct volgt hij haar nog! Buiten weet ze niet meer welke kant ze op moet. Ook dat nog. Om zo snel mogelijk weg te komen, steekt ze maar over. Terwijl ze haar rollator over de Amsterdamseweg duwt, kijkt ze achterom. Ja hoor, de engerd staat nu ook buiten. Hij belt en volgt met gluiperige ogen elke beweging die ze maakt.

Van de zenuwen lukt het haar niet het wieltje van haar loopwagen op de stoep te krijgen. Ze rukt en trekt. Geen beweging. Dan stopt er een politieauto naast haar. Twee agenten stappen uit. ‘Mevrouw Jansen?’ ‘Ja?’ Hoe kennen ze haar naam? ‘Zullen we u naar huis brengen?’ Eigenlijk is het geen vraag. Zonder dat ze hoeft te antwoorden pakt de agent haar bij de arm en begeleidt haar naar de auto. Zijn partner neemt de rollator van haar over. Het komt haar eerlijk gezegd wel goed uit. ‘Toevallig was ik net de weg kwijt,’ stamelt ze. ‘Dat vermoedde uw dochter al. En dankzij die oplettende meneer,’ hij knikt naar de overkant, ‘hebben we u gevonden.

De griezel zwaait vanaf de overkant. Onwillig schenkt ze hem een glimlach. Ze begrijpt er helemaal niets meer van. Was ze maar thuis, in haar vertrouwde omgeving. Dankbaar laat ze zich terugbrengen. Haar dochter staat al klaar. Het huis ruikt naar verse koffie. Help via www.burgernet.nl

bottom of page