top of page
  • Foto van schrijverJacobine van den Hoek

Kerst


Haar paars gelakte nagels glijden langzaam over het lint. Het geluid van jingle-bells werkt me op mijn zenuwen. Dat de rij steeds langer wordt ook. Het meisje achter de kassa heeft er geen moeite mee. Geduldig vouwt de verkoopster het papier dubbel en als het iets te ruim is vouwt ze het terug, om het met een schaar in te korten. Jingle-bell, Jingle-bell.

Een uur geleden kon ik de verleiding niet weerstaan om op mijn fiets te springen en de speelgoedwinkel op het stadsplein te bezoeken. Wij doen er niet aan, kerstcadeautjes. We vinden dat onze kinderen met sinterklaas voldoende hebben gekregen. Maar vanmorgen zei mijn man toch: ‘Ik heb echt geen idee wat ik jou en de jongens zou moeten geven. Maar wat zouden ze blij zijn als er toch wat onder de kerstboom ligt.’ Een gezinsspel, dacht ik, dat is typisch kerst. Nadat ik een spel in de speelgoedwinkel heb gevonden, schaar ik me achter in de rij van de kassa. Terwijl de achtergrondmuziek gezelligheid en liefde predikt, spreken voor me twee vrouwen hun ongenoegen uit, de cadeaus zijn veel te groot om mee te sjouwen. Hun kinderen dreinen dat ze iets anders willen. Zodra ik heb betaald vlucht ik de winkel uit. Voor mijn volgende pakje beland ik bij de boekhandel van de Bijenkorf. Ik kies een mooi kookboek voor mijn lief. Misschien dat het hem inspireert vaker dan één keer per week te koken? Een vrouw voor me vraagt aan de kassamedewerkster of ze de foto van haar zoon in een fotolijstje wil doen. Twee verkoopsters pielen en wriemelen. Intussen wordt mijn boek ingepakt door een ander. De rij achter me groeit met de minuut. Mensen kijken geïrriteerd. Het volgende kerstnummer wordt ingezet. Ik vraag me af waarom het woord kerst gekoppeld is aan feest. Op eerste kerstdag verbrak ik dertien jaar geleden mijn relatie met de man, waar ik twaalf jaar mee samenwoonde. Van een feest was toen geen sprake. In mijn jeugd waren familieavonden altijd stressvol: we moesten stil zijn, mijn tante wilde per se Bijbelse verhalen voorlezen. En wij, opgedirkte kinderen, mochten niet vies worden en moesten luisteren. Dan spreek ik nog niet eens over de avonden waar onuitgesproken ruzies zorgden voor ongemakkelijke stiltes, gevolgd door semi-vrolijk gelach. Zoals ieder jaar, erger ik me meer aan het valse kerstsentiment. Een tijd waarin gevoelens versterkt worden. Zo las ik in de krant dat op sommige scholen het woord kerstfeest niet meer wordt gebruikt. Men kiest voor de benaming winterfeest, zodat leerlingen met een ander geloof niet gekwetst worden. Het leidde tot boze ouders. Het is december, maar de saamhorigheid is ver te zoeken. ‘Dit is wel erg licht voor een kookboek.’ Ik geef het verkeerd aangereikte pakje aan de mevrouw voor mij. Ze geeft het onverbiddelijk terug aan de verkoopster, omdat ze er een extra strik op wil hebben. Nadat ik mij verzeker dat ik mijn eigen pakje heb ontvangen, lach ik het meisje met de paars gelakte nagels vriendelijk toe. Ook ik doe mijn best.

Volg Jacobine van den Hoek op Facebook of Twitter

bottom of page