Schrok ze? Trok hij haar eerst aan haar arm, en daarna van haar fiets? Of maakte hij een praatje over het weer? Misschien vroeg hij haar te helpen? Sloeg hij eerst een arm om haar heen, om haar daarna… Savannah en Romy. Ze woonden niet ver van elkaar; ze kenden elkaar waarschijnlijk niet. Maar hun namen zullen altijd aan elkaar verbonden blijven. Beiden stierven. Hoe? Waarom?
Onbewust stel ik het me voor: ze vonden het lichaam. Levenloos. Haar ziel had het lichaam verlaten, als een luchtbel die onder water naar boven dreef. De jongen speelde zijn spel. Iets in zijn hoofd zei hem dat. Zij verloor. Maar hij ook. Winnaars waren er niet, alleen verliezers.
Savannah kwam uit Bunschoten en Romy uit Hoevelaken. Maar laten we niet naïef zijn. Het kan overal gebeuren. Ook in Amstelveen. Moeten we vanaf nu onze kinderen kort houden; moet ik hen begeleiden naar school alsof ze een kleuter zijn?
Ik lees dat Romy de jongen waarschijnlijk kende. Zouden haar ouders hem gegroet hebben, zoals ik mijn buurman altijd gedag zeg? Hoe vaak zwaaien mensen naar elkaar en blijkt er achter het vriendelijke masker van een buurman een monster te schuilen? Een vijfarmig wezen dat elke vinger het liefst in een meisjeslichaam prikt. Ik herinner me een politieman. Leuke kerel vond men. Totdat uitkwam wat hij had gedaan. Zijn het niet juist de mannen die aardig zijn op het eerste gezicht, waar je voor moet oppassen? Waar begint vertrouwen en waar eindigt het? Als ik alle vragen die bij me opkomen na het horen en lezen van berichten over Savannah en Romy iedere dag zou stellen, zou mijn leven een stuk onaangenamer zijn. Onveilig. Als ik niemand meer zou vertrouwen, zou mijn leven anders zijn. Onprettig.
Wees gerust, voorlopig krijgt angst mij niet in de greep. Als ik mijn buren ’s morgens op hun dooie gemak in hun auto zie stappen, zwaai ik naar hen, en denk ik niets. Bij pubers steek ik mijn hand op en brom ik een groet. Niet te uitbundig, daar houden ze niet van.
Vertrouwen is immers het fundament van de samenleving. Als water dat een kind nodig heeft om zandkastelen te bouwen. Die gedachte houd ik vast. Ga uit van het goede, maar laat je niet overvallen door het slechte, zei iemand ooit tegen mij. Ook daar klamp ik me aan vast. Uit zelfbescherming. Het enige dat beklijft als ik berichten over Savannah en Romy lees, is een gevoel van verbijstering en medelijden. Je zult maar de ouder zijn van een van de meisjes of jongens.
Deze column is geplaatst in het Amstelveens Nieuwsblad. Je kunt Jacobine van den Hoek volgen op Facebook of Twitter.