Het gebeurde in de tijd dat Albert Heijn/Van der Linden nog gewoon Van der Linden was, en je geen winkelkarretje moest nemen, wilde je niet vast komen te staan in het gangpad. Het was nog in de tijd dat we een praatje maakten bij de (enige) kassa. En dat Co’s winkel nog op een locatie stond waar nauwelijks parkeergelegenheid was.
Mijn zoon was klein; het lukte hem nog niet om onze boodschappen op de loopband te leggen. Voor ons rekende iemand af. Ik herinner het me, alsof het gisteren was. De jongen had ik nog nooit eerder gezien. Ook mijn zoon bekeek de man nieuwsgierig. Zijn lange benen. De strakke spijkerbroek boven zijn gympen. Zijn slungelige manier van doen. In het oor van de jongeman schitterde een oorring. Zijn haar kroeste, en zijn huid was zo donker als pure chocola.
‘Piet,’ riep mijn zoon enthousiast, en wees met zijn vingertje. De jongen draaide zich om. Hij lachte niet. ‘Piet!’ riep mijn zoon weer. Uitdagend trok hij aan ‘Piets’ jas. Ik begon mij te verontschuldigen, en maande mijn jongste tot stilte. ‘Nee joh, dat is Piet niet. Kijk maar hij heeft geen…’ Ik kraakte mijn hersenen om verschillen te benoemen. ‘… pietenpak.’ Daarna lachte ik naar de man, en hoopte dat hij het voorval grappig vond. Het bleef stil. De vrouw achter de kassa zag er de humor wel van in en schoot in de lach.
De gezichtsuitdrukking van de jongen met de donkere huidskleur kreeg iets treurigs. ‘Sorry,’ zei ik tegen hem. ‘Het spijt me. Echt. Mijn zoon… Nou ja, het is ook verwarrend. Hij is klein. Hij weet het nog niet.’ Daarna richtte ik me weer op mijn jongste. ‘Hier, kijk eens wat we hebben gekocht? Pepernoten!’
Mijn zoontje had gelijk. De jongen leek – zeker van achter gezien – op Zwarte Piet. Ik vroeg me af hoe vaak hij al was aangesproken. En of het onschuldige kinderen waren, zoals mijn kind, die hem hadden nageroepen. Of waren het volwassenen die grappig probeerden te zijn? Ik durfde het niet te vragen. Stopte een pepernoot in mijn zoons mond en richtte mij op het betalen van de boodschappen.
Deze column is geplaatst in het Amstelveens Nieuwsblad.
Meer columns op www.jacobinevandenhoek.nl