Ik praat met vriendinnen, maar mijn aandacht gaat naar hen. Ze zitten naast elkaar op het terras van De Veranda met hun gezicht naar me toe. Hij richt zich volledig op haar. Hij praat tegen haar, legt een hand op haar knie, en zij laat het gelaten gebeuren. Haar ogen zijn rood, haar gezicht is betraand, maar er vormt zich een voorzichtig glimlachje om de mond. Ze is zoals ik ooit was: jong, onwetend en zoekend naar steun in een veeleisende wereld.
Na de scheiding van mijn ouders zag ik mijn vader niet vaak; hij had weinig tijd vanwege zijn werkzaamheden. ‘De zaak gaat voor het meisje’ was zijn gevleugelde uitspraak die in die jaren door iedereen, behalve door mijn moeder, volledig werd geaccepteerd. Maar had ik hem nodig, dan liet hij ‘de zaak’ in de steek, sprong energiek in zijn auto, haalde mij van school en samen dronken we koffie. Ik nam meestal een cassis, zoals het meisje op het terras. Hij een cappuccino.
Het was in de examenweek. Het laatste examen had ik volledig verknald. Een aantal vragen leken wel tovenaarsspreuken, ik had werkelijk geen idee hoe erop te antwoorden, en raakte volledig in paniek. De angst om te falen was groot. Groter dan ik in mijn eentje kon dragen. Dus vluchtte ik, nadat mijn blad door de docent was ingenomen, huilend naar de telefoon in de hal van de school en draaide het nummer van mijn ouders. Eerst mijn moeder. Zij troostte mij met woorden die ik niet wilde horen: ‘Het is geen ramp als je het niet haalt. Dan doe je het toch over?’ Daarna belde ik mijn vader. Nuchter als altijd begon hij te lachen. ‘Het zal wel meevallen,’ zei hij. ‘Nee,’ huilde ik. ‘Het worden vette onvoldoendes.’
Een half uur later zaten we in de Beethovenstraat aan de koffie en cassis. Hij luisterde aandachtig en stelde mij vervolgens gerust. ‘Je hebt het vast niet verpest. Je bent gewoon onzeker.’ Daarna lachte hij en legde zijn hand op mijn knie. ‘Je hebt vaker gezegd dat je iets niet kon. Daarna lukte het gewoon. Kop op. Maak je niet druk, en ga gewoon verder.’ Ik glimlachte naar hem. Voorzichtig. Zoals het meisje tegenover me op het terras, met haar vader aan haar zijde. Ik droogde mijn tranen en kon weer verder.
Jacobine van den Hoek schrijft wekelijks een column in het Amstelveens Nieuwsblad. Ook schreef ze haar debuutroman Zondebok. Het boek kreeg positieve recensies en is verkrijgbaar bij alle lokale boekhandels of via internet. Ook als e-book of luisterboek verkrijgbaar.
Zaterdag 24 november is er een stadswandeling rondom haar debuut Zondebok in samenwerking met Stadslovers' Tours en boekhandel Scheltema Amsterdam.
Reserveren kan hier.
'Een overtuigend debuut.'
- Telegraaf (Bartjan ter Braak)