top of page

IJS - Remco Houtepen

Foto van schrijver: Jacobine van den HoekJacobine van den Hoek

Voortgedreven door de lichte wind slingert fijne sneeuw als een slang over het zwarte ijs. De temperatuur flink onder nul. Brian trekt de ijsmuts verder over zijn oren. Zijn kont wordt, nu vocht uit het gras de krant intrekt, langzaamaan kouder. De vrieskou zorgt ervoor dat de fijne motoriek minder goed functioneert. Het blijkt niet eenvoudig om de witte veters van zijn leren Vikings strak te krijgen. Niet te strak, enige doorbloeding gaat straks wel noodzakelijk zijn, hij wil zijn tenen blijven voelen.

Onder de donkergroene trainingsbroek met twee witte strepen aan de zijkant kriebelt de lange onderbroek. Brian krabt even. Opschieten wil hij. Hij wil zo snel mogelijk op de ijzers staan. Dat mooie maagdelijke ijs op. Hij wil, hij moet de eerste zijn.

Op de radio werd gemeld dat schaatsen op open water nog niet veilig zou zijn. Grote groepen kan dit ijs inderdaad niet hebben. Maar Brian is alleen. Schaatst sowieso liever solo. Armen op de rug, beschermers in de hand, vlak onder de rugzak met wat proviand.

Gisteren, zonder de mist, was goed te zien dat er weinig tot geen open plekken in het ijs waren, nu is er extra nachtvorst overheen geweest, toch is goed opletten noodzaak, niet gaan dromen, scherp blijven. Die spanning is juist één van de verleidelijke elementen. Die spanning en het idee dat hij zijn ijzers als eerste op de plas kan zetten, dat hij als eerste in de mist kan verdwijnen en zich zo helemaal alleen mag wanen. Die mist is een cadeautje. Die mist dempt al het geluid zodat hij van die stilte mag genieten, zodat hij slechts het krassen van ijzers hoort. Mooi man.

Hij kijkt even omhoog. Een kraai hoog in de boom krast wat voor zich uit. De veters zijn vast. Handschoenen aan. Brian komt langzaam omhoog. Het ijs zingt als een dunne metalen plaat. Even wankelt hij ietwat onwennig op de hoge noren, maar al snel vindt hij zijn evenwicht. Daar gaat hij, de eerste voorzichtige slag. Het ijs zingt nogmaals. Hoger nu. Is het te vroeg? Is hij te snel met zijn plan het ijs al op te gaan? Had hij een nachtje extra moeten wachten? Nee toch, het waren immers al drie nachten van vorst, waarvan twee met temperaturen onder de tien graden.

Een paar korte slagen. Een barst schiet als een bliksemflits door het ijs. Hij ziet en hoort het. Doorgaan. Schaatsen. Al snel verdwijnen de wallekanten uit beeld. Even hoesten. Het is koud man. Allemachtig koud. Het zingen van het ijs blijft, vloeit telkens weg als een echo. Zo nu en dan dreigt het ijs te breken, aan de dunne kant is het. Goed kijken. Opletten. Niet te diep zitten. Niet te langzaam. Niet te snel. Wakken ontwijken. Wakken vol eenden en waterhoentjes die verstoord zijn kant opkijken. De oude veerpont vastgevroren. Wachtend op de volgende afvaart. Brian doet een volgende slag en daar gaat ie.

De wekker ging om half zes, hij liet een briefje achter op de eettafel; 'Lieve mam, ik ben schaatsen, x'.

Column van Remco Houtepen.

留言


 ©Copyright Jacobine van den Hoek 2021
Website redesign Astrid Works

bottom of page