‘Laat jij de hond nog even uit,’ vraagt zijn vrouw. ‘Ik ga al naar boven.’ Mopperend kijkt hij naar buiten. De bomen, verlicht door het schijnsel van de maan, staan als lugubere staken in de grond. Takjes waaien vervaarlijk heen en weer. De man aan de overkant loopt met zijn hoofd diep weggedoken in zijn capuchon.
Ze wisten het toen ze eraan begonnen: een hond moet uitgelaten worden. Minstens drie keer per dag. Lastig. Ze werken allebei. Maar het zou goed voor hen zijn. Gezellig. Net als bij de buren. Natuurlijk zouden de kinderen de hond uitlaten na school. ‘Die verantwoordelijkheid hoort erbij,’ had zijn vrouw gezegd. Serieus hadden ze geknikt. ‘We komen er speciaal voor terug,’ zei zijn zoon toen nog. ‘Zonder klagen?’ vroeg ze. De zoon knikte. Zijn dochter glimlachte gelukzalig. Ze hadden het volste vertrouwen; de pup zou het gezin verrijken.
Het hondje konden ze ophalen tijdens hun weekje naar de zon. ‘Dan moeten we de vakantie annuleren.’ opperde zijn vrouw. De kinderen vonden dat geen goed idee. ‘Hij kan toch ook een week later komen?’ ‘Dan werken we, hè,’ benadrukte hij. ‘Ik kan geen vrij nemen omdat we toevallig een hond hebben.’ ‘Nou, dan blijft hij toch even alleen. Het gaat maar om drie dagen. We zijn om drie uur al thuis.’ Met het gezin genoten ze van de week in de zon.
Intussen hebben ze professionele opvang voor Borri. Twee keer per dag wordt de hond opgehaald met het Outletbusje en mag hij los rondlopen in het Amsterdamse Bos. ‘Dat vindt Borri een feest,’ jubelde zijn vrouw onlangs. De rekening is minder feestelijk. Bovendien heeft ze Borri na de puppycursus naar een opvoedtraining gestuurd, want luisteren deed hij niet. Fluitjes, snoepjes, niets hielp. Het beest rende als een dolle door het bos. Pubertijd, zeiden de kinderen. Alsof hij niet genoeg te schaffen heeft met hún pubergedrag.
Zuchtend staat hij op. Het liefst brengt hij Borri naar een gezin dat wél tijd voor hem heeft. Maar om dat uit te spreken zou gelijk zijn aan het aanvragen van een echtscheiding. Kwispelend wacht Borri bij de deur. Ach, de hond kan er ook niets aan doen. Dus trekt hij zijn jas aan, loopt naar buiten, en verbergt zijn gezicht als een struisvogel in zijn capuchon.
Deze column is geplaatst in het Amstelveens Nieuwsblad.
Meer columns van Jacobine van den Hoek vind je hier.
Kommentare