Nieuwe woorden ontstaan en oude raken in vergetelheid. Een paar weken geleden had ik nog nooit gehoord van een kech. Rapper Boef heeft ervoor gezorgd dat iedereen nu weet wat dát woord betekent. Het is straattaal voor ‘hoer’, mocht het u zijn ontgaan. Maar het is tevens een oud-Hollands woord voor boterham. Toch zou niemand mij begrijpen als ik een kech met kaas bestel. Het bekt wel lekker. Zoals sterren verdwijnen in het heelal verdwijnen ook woorden. Wie spreekt nog over een pantoffelregiment, een gezin waar de vrouw de baas is. Of geeft toe dat hij natgierig is, verlangt naar alcoholische drank. Ook zal het steevolk (stadvolk) zich niet meer druk maken over snuistergeld (klein geld of zakgeld). Annie M.G. Schmidt schreef in een van haar versjes (Het fluitketeltje, 1958): De koning zei: Wat is hij zwart, hij lijkt precies een neger. (De man was een schoorsteenveger.) Als iemand deze zin opnieuw zou opschrijven, op twitter of in een bundel, wat zou er dan gebeuren? Net als rapper Boef zal de schrijver excuses moeten aanbieden. Want eerlijk, zoiets zeg je toch niet (meer)? Wij veranderen, gewoontes veranderen, woorden komen en gaan. Het woordje ‘neger’ wordt niet meer gebruikt. In en voor het gemeentehuis van Amstelveen wordt niet meer gerookt. Net zomin als voor de bibliotheek op het Stadsplein. Topless zonnen doen we al lang niet meer; mijn zoon keek mij vies aan toen ik mijn bikini in Frankrijk in een privétuin uittrok. Bijna onmerkbaar passen wij ons aan, aan nieuwe normen en waarden. Is dat goed of is dat slecht? Zeg het maar. Alles heeft zijn voordeel, maar nadelen zijn er ook. De sleutel voor een mooie wereld ligt, volgens mij, in bewustwording. De wereld verandert. Zolang we niet te snel oordelen en luisteren naar argumenten kunnen we deze verbeteren en het beste behouden.
Deze column is geplaatst in het Amstelveens Nieuwsblad.
Comentários