Het liefst schrijf ik verder aan mijn manuscript over Joséphine en Napoleon Bonaparte, en…
‘Mam, ik heb acht van de negen goed.’ ‘Goed zo jongen, ga zo door.’
Het liefst reageer ik zoals Joséphine in 1802 zou reageren…
‘Mam, ik ben klaar. Wat moet ik nu doen?’
Zij was rustig, beschaafd en begripvol. Maar dat lukt mij nauwelijks!
Terwijl mijn zoon naast me werkt, ik geïrriteerd zijn vragen beantwoord, lees ik Joséphines brieven, ooit geschreven door Napoleon. Las zij ze ook, terwijl ze met haar gedachten ergens anders was? Haar kinderen waren op dat moment ouder dan die van mij, dus ze zullen niet, continu voor haar neus hebben gehangen met een vraag.
Ik lees dat ze zich vaak niet lekker voelde. Dan maakte Napoleon zich zorgen. En ook zelf had hij regelmatig last van pijntjes: een bezeerde vinger of lichte hoofdpijn. Dat alles beschrijft hij in zijn brieven: Napoleon - Lettres d’amour a Joséphine. En toch ging alles door, werd er van alles geregeld en straalden ze samen onoverwinnelijkheid uit. In die tijd waren ze helden. Krachtige, machtige helden.
Juist de zwaktes en onzekerheden van Joséphine en Napoleon Bonaparte spreken mij enorm aan, ze maken mensen van helden, en ik beschrijf ze in mijn verhaal.
Ik hoop dat jullie de geschiedenis van deze bijzondere mensen net zo interessant zullen vinden als ik.
Liefs,
Jacobine van den Hoek
Comments