top of page
  • Foto van schrijverJacobine van den Hoek

Gevluchte hooglander


De dauw hangt nog boven het land, als ik dwars door de muziek van Jason Mraz, een toeter hoor. Ik ren verder, en weer klinkt het. Dan haal ik de oortjes uit mijn oren en luister: het geluid houdt het midden tussen een dot gas van een opgevoerde brommer en de schreeuw van een dier. Het zou makkelijk zijn mijn schouders op te halen en verder te rennen, maar vanwege de rare klanken besluit ik het looppad te verlaten en naar de sloot van het Amsterdamse bos te lopen. Daar komt het vandaan.

Water en modder sijpelen door mijn gymschoen richting mijn sok, als ik door het drassige land loop. Halverwege wordt het mij duidelijk wie verantwoordelijk is voor het ‘getoeter’. Aan de overkant van het water ijsbeert een Schotse Hooglander. Hij staat aan de verkeerde kant! Zo nu en dan heft hij zijn kop en brult met een triestheid, waardoor mijn haren overeind gaan staan. Radeloos kijk ik om me heen. Niemand. Wie kan ik bellen? Geen idee. Bieden Social Media een oplossing? Nadat ik een berichtje op Twitter naar @amsterdamsbos heb getypt, wacht ik een minuut. Geen reactie. Intussen loeit mijn vriend hartverscheurend door. Wandelaars aan de overkant van het water hebben hem ook opgemerkt en proberen hem terug te leiden. Het heeft geen zin, het beest doet niet wat hij moet doen, en ze lopen verder. Het lukt mij niet hetzelfde te doen, en de noodkreten van het beest te negeren. Ten einde raad bel ik de politie, die mij vervolgens doorverbindt met de boswachterij. Zo goed en zo kwaad beschrijf ik mijn locatie in het bos. Dat is niet mijn sterkste kant, maar de boswachter lijkt het te begrijpen en belooft me de Hooglander naar de plek te brengen waar hij normaal gesproken staat. Opgelucht beëindig ik het gesprek en ren verder. Onder het lopen realiseer ik me opeens dat er maar één Hooglander was. Waar waren de anderen? Er ontstaat een beeld op mijn netvlies van runderen die het hoofd niet boven water kunnen houden. Ogen groot van paniek. Loeiend. Verdrinkend. Weer thuis neem ik opnieuw contact op met de boswachterij. Boswacher Olaf vertelt me dat het beest, dat intussen bij het bloesempark liep, door hen is teruggeleid naar zijn twee broertjes. Na zijn geruststellende woorden kan ik weer genieten van de muziek en zing ik vrolijk mee op de tonen Jasons Mraz’ Lucky.

bottom of page