top of page
Foto van schrijverJacobine van den Hoek

Bowlen


Harde discomuziek moet ons aanzetten tot betere resultaten. Mijn tanden lichten fluorescerend op en mijn huid ziet eruit alsof ik net vier weken naar Ibiza ben geweest. In de tweekleurige schoenen beginnen mijn voeten al op te zetten, en het zal niet lang meer duren voordat mijn sokken drijfnat zijn van het zweet.

Het geeft allemaal niet. We hebben het gezellig. Mijn gezin en ik. Buiten is het koud en druilerig en dat bracht mijn man op het idee om een avondje te gaan bowlen. Hij had het nog niet uitgesproken of de jongens begonnen te juichen. Dus stonden we een uur later bij de receptie van De Kegel. ‘Wilt u voor mij de kinderhekjes aanzetten?’ vroeg ik aan de receptioniste toen de rest de juiste schoenmaat aan het zoeken was. ‘Ja, de kinderen hebben het automatisch, maar ik wil het ook. De naam is Jacobine.’ Schaamte dat ik naar hekjes heb gevraagd heb ik niet. Want ik weet dat het nog veel beschamender is dat ik minder kegels raak dan mijn kinderen, die met moeite een bowlingbal kunnen tillen. Om niet te spreken over mijn humeur, dat bij elke strike of spare van mijn man slechter zal worden. En helemaal wanneer hij daar nog eens heel trots bij gaat lachen, wat hij eigenlijk altijd doet. Zo onverslaanbaar als hij zich voelt op de bowlingbaan zo mislukt voel ik me na het spelletje. En het allerergste is dat mijn jongens het heel normaal vinden dat papa altijd beter is. Mama moet niet zo zeuren.

Dit keer gaat me dàt dus niet gebeuren. De bowlingbal kaatst meerdere malen via het kinderhekje tegen de middelste kegel. Strike! Jaaaaah! Jammer, net geen spare. Weer een strike! Mijn armen vliegen de lucht in, ik laat een vreugdekreet horen en doe een rondedansje. Mijn kinderen kijken weg, mijn man glimlacht. Hij is al lang blij dat mijn humeur goed is. Maar zodra mijn voorsprong op de kinderen zichtbaar wordt, vinden ze het oneerlijk. Daar ben ik het niet mee eens. Ik vind het super spannend, er is slechts een puntenverschil van 10 tussen mijn man en mij.

Naast ons speelt een oma met haar gezin. Ze doet haar best, maar moet het afleggen tegen haar kleinzoon. Hij draagt een strak t-shirt, zijn tatoeages zijn duidelijk zichtbaar op zijn arm. Met kracht gooit hij de ene strike na de andere. ‘Zeg, dat is handig,’ wijst oma naar de hekjes, die iedere keer verschijnen als ik aan de beurt ben. ‘Dat kunt u ook doen, een kwestie van vragen,’ adviseer ik haar. Direct wordt opa naar de receptie gestuurd en de volgende beurt glijdt oma’s bal via het hekje naar de middelste kegel. Een spare! Het hele gezin joelt, en oma nog het hardst. Ze steekt twee duimen in de lucht en kijkt me lachend aan. Ons verbondje schept een band. Intussen wordt er bij ons een verbeten strijd gevoerd om de titel. Tot mijn frustratie leg ik het af; tegen drie strikes op een rij kan ik niet op. Mijn man wint, maar ik heb een leuke tijd gehad. Na afloop van het spel zeggen oma en ik elkaar hartelijk gedag. Het was mooi om te zien hoe we onze positie hebben weten te versterken met een kleine aanpassing.

bottom of page