top of page
  • Foto van schrijverJacobine van den Hoek

Het spijt me


Het gebeurt in een fractie van een seconde. Ze kijkt wel, maar dat de aankomende scooter zo snel bij haar auto zou zijn...

Met een draaiende beweging stuurt ze naar links. Het kan, er komt niets aan, geen fietsers van rechts, er nadert een snorscooter, maar deze is ver. In Talmastraat is geen rijdend verkeer. Ze kan. Rechts gebeurt het. Ze remt. De wielen van de scooter slippen. De verschrikte blik van de jongen. Zijn zwiepende haren om zijn gezicht als hij probeert zijn evenwicht te bewaren. Hij beweegt zijn stuur van links naar rechts, maar het lukt niet het ding onder controle te houden. De scooter helt. Veel lawaai. Een schreeuw, van haar of van hem, ze weet het niet. En daar ligt hij... Zijn snorscooter ligt drie meter verder als een stille getuige op de straat. Het wiel draait nog.

Trillend klemmen haar handen zich om het stuur. Houvast. Van ver galmen de sirenes van de ambulance over de Amsterdamseweg. Bewegingloos zit ze in de auto. Verdoofd. Omstanders vragen iets aan haar. Ze mompelt iets terug. 'Ja, ja.' Het antwoord is goed, want daarna richten ze zich op de jongen. Hij ligt met een bleek gezicht op de straat. 'Je mag hem niet verplaatsen,' zegt iemand. 'Heeft hij een hartslag?' Een man voelt bij zijn ader en knikt. Zodra de ambulancebroeders arriveren wordt er ruimte gemaakt.

'Het spijt me,' fluistert ze, hij hoort haar vast niet. Zijn ouders zullen zo worden gebeld. 'Uw zoon, hij...' Alleen al bij de gedachte wordt ze misselijk. Zou zijn moeder hem vanmorgen uitgezwaaid hebben: ‘Doe je voorzichtig, jongen?’ Dat hij daar ligt is haar schuld. Als ze goed had ingeschat hoe snel hij... 'U kunt hier niets aan doen, mevrouw,' troost iemand haar. 'Hij reed veel te hard.' De woorden troosten een beetje, maar niet genoeg. Haar woorden van excuus klinken loos bij het zien van de gewonde jongen. ‘Ze moeten ook niet op het fietspad rijden. Levensgevaarlijk.’ De man naast haar wil nog meer zeggen, met gefronste wenkbrauwen kijkt hij naar het onbeschermde hoofd van de berijder die een paar seconde geleden nog energiek op zijn opgevoerde scooter zat, maar een politieman vraagt haar aandacht. Ze beantwoordt zijn vragen zo goed mogelijk. Ziet intussen dat de jongen met behulp van een uitschuifbaar brancard in de ambulance wordt gelegd. Vanaf nu zal ze bij elke bocht naar alle kanten kijken, maar of dat het aantal ongelukken met snorscooterrijders zonder helm terug zal dringen is de vraag.

bottom of page