top of page
  • Foto van schrijverJacobine van den Hoek

Geduld


'Wat zei ik nou,' zegt hij geërgerd tegen zijn zoon, 'dat vliegtuigje mag niet op de foto.’ Nou ja, denkt hij, alleen de punt is zichtbaar. ‘En niet mee gooien hè. Nee, ook niet op de tafel.' De afspraak om het paspoort voor hem en zijn zoon te verlengen is op een onhandige tijd, midden op de dag. Hij heeft er een belangrijke afspraak voor moeten verplaatsen. Gelukkig kon hij in het gemeentehuis pasfoto’s laten maken. Het duurt lang voordat zijn nummer op een scherm verschijnt. Intussen vouwt zijn zoon een nieuw papieren vliegtuigje. Hij bekijkt zijn mail, een klant wil een extra gesprek inplannen. Ze zijn er nog niet uit of ze met hem willen samenwerken, schrijft hij. Verdomme, hij had verwacht dat ze er al uit waren en de deal beklonken was.

Zijn volgnummer verschijnt op een bord. Hij loopt naar de balie waar een vrouw hem groet. 'Onze paspoorten zijn verlopen,' zegt hij en schuift alle benodigdheden naar haar toe. Aan alles heeft hij gedacht: pasfoto’s, paspoorten en de machtiging van de moeder. ‘Waar Is uw zoon?’ vraagt ze met opgetrokken wenkbrauwen. Met een hoofdknikje wijst hij hem aan. ‘Kunt u hem roepen?’ vraagt ze, terwijl ze de net gemaakte pasfoto’s nauwkeurig bekijkt. Die van zijn zoon, met het vliegtuigje, wordt goedgekeurd en met de zijne kan niets mis zijn. Hij kijkt strak in de lens en zijn oren zijn zichtbaar. 'Deze kan ik niet accepteren, hij is roze,' zegt ze en geeft de pasfoto terug waarop hij staat afgebeeld. ‘Kunt u een nieuwe maken?' Voor de tweede keer doet hij het gordijntje van het pasfoto-apparaat dicht, kijkt in de spiegel en wacht op de verlossende flits. Weer buiten het flitshokje ziet hij nog net hoe een nieuw vliegtuigje van zijn zoon in de schoot van een dame belandt. Hij zegt er niets van, heeft wel andere dingen aan zijn hoofd. Als hij aan de beurt is pakt de vrouw bij de balie een mal en legt deze over de afbeelding van zijn hoofd. ‘Sorry, uw hoofd is te klein.’ Emotieloos kijkt ze hem aan. ‘Dat meent u niet.’ ‘Het spijt me. Het moet precies goed zijn, volgens de regels.’ ‘Papa, gaan we nou?’ ‘Nee jongen, deze… vrouw… zegt dat we een nieuwe foto moeten maken.’ Hij hoeft geen moeite te doen om zijn gezicht strak te houden als hij voor de derde keer in het zweethokje gaat zitten. Het duurt een eeuwigheid totdat de foto’s klaar zijn. Op zijn telefoonscherm verschijnt er een bericht. Van een toekomstige klant. Hij opent de mail die positief begint, en leest. ‘Niet vloeken, papa,’ zegt zijn zoon, die net weer naast hem is komen staan. De offerte waar hij weken mee bezig is geweest is zojuist afgewezen. Met het derde velletje loopt hij naar de vrouwelijke ambtenaar. Ze bekijkt ze en legt er een mal over. ‘Deze kan ik ook niet gebruiken,’ zegt ze. ‘Ze zijn te groot.’ Hij buigt zich over de tafel, grijpt haar bij de strot en schreeuwt in haar gezicht dat ze op kan rotten. In gedachten… ‘De foto’s zijn prima,’ zegt hij beheerst. ‘Ik maak geen nieuwe.’ ‘Ik begrijp uw frustratie. Maar kijk, uw hoofd is echt te groot.’ Hij doet zijn armen over elkaar en verroert zich niet. Zijn zoon doet hem verbaasd na. Geoefend als de vrouw is, reageert ze niet op zijn gedrag. Ze mompelt dat ze ruggenspraak zal houden en laat hem alleen. Minuten later is ze terug. De foto wordt geaccepteerd. Zonder een woord te zeggen verlaat hij het gemeentehuis. Dat hij bericht zal krijgen als het document klaar is, hoort hij niet meer. Wekelijks schrijft Jacobine van den Hoek een column voor het Amstelveens Nieuwsblad. Volg haar op Facebook of Twitter

bottom of page