Gedachteloos open ik het ringslot en trek mijn fiets naar achteren. Vast. Een rood kettingslot houdt mijn fiets op zijn plaats. ‘Huh?’ zeg ik intelligent, en staar naar het ding alsof hij daarmee vanzelf openspringt. ‘Nou, dat is ook raar!’ Een oude man naast me bekijkt mijn fiets van alle kanten. Met zijn kale kruin, bouwvakkersbroek en blote voeten in Clocks is hij een opvallende verschijning. ‘Het moet een vergissing zijn,’ denk ik hardop. Toch twijfel ik, want je moet echt moeite doen om mijn voorband aan het rek vast te binden, zo veel ruimte is er niet. ‘Misschien kunnen de beveiligers van de Bijenkorf je helpen’ oppert de man, en neemt een trek van zijn sigaar. Zijn vingers zijn, net als zijn gezicht, verweerd.
‘De politie wil je niet helpen,’ zegt de beveiliger nadat hij zijn mobiel terug steekt in zijn zak. ‘Ze hebben daar in het verleden te vaak problemen door gekregen. Je zult het zelf moeten oplossen.’ Daarna loopt hij weg. Ook e oude man neemt zijn fiets bij de hand. ‘Je hebt een mooie fiets,’ zegt hij nog. Zelf heeft hij een kinderfiets, dat valt me nu pas op, het stuur is zo gedraaid dat de handvatten naar boven staan. ‘Deze wordt tenminste niet gestolen,’ legt hij uit als hij mij naar het paardentafereel op zijn kettingkast ziet kijken. Daarna zwaait hij, en rijdt weg, zijn legergroene jas wappert achter hem aan. Ik blijf alleen achter. Zonder fiets.
Er zit niets anders op dan naar huis te lopen. Met de tijd dat ik thuis ben, ben ik verhit en geïrriteerd. ‘Ik zou maar snel een extra slot aan je fiets doen,’ raadt een vriend aan. ‘Dit is een bekende truc om een fiets te jatten. Vanavond laden ze hem in.’
Dat zal mij niet gebeuren! Met een groot kabelslot keer ik terug naar het Stadsplein, en ik bind mijn fiets aan het rek. Ik kan het niet laten een boodschap op het rode slot achter te laten. Kinderachtig, maar bevredigend. Voor hem, die het aangaat.
Acht uur. In het bezit van een slijptol sta ik die avond voor de derde keer op het plein. Mijn fiets staat er nog en het rode slot is verdwenen! Ik juich, het voelt als een overwinning. De dieventruc is mislukt.