Mijn mobiel gaat. Ik kijk en twijfel. Met mijn vriendinnen drink ik een biertje in een van de zithoeken in de AnnA in Amstelveen, we hebben elkaar al lang niet gezien. Natuurlijk had ik mijn telefoon op stil moeten zetten, maar nu de toon gaat, wint mijn nieuwsgierigheid het van fatsoen. Bijna zeven uur, zie ik op het scherm. En de naam van mijn 90-jarige buurvrouw. Er is iets aan de hand! Ik excuseer me bij mijn vriendinnen, sta op van de bank en bel haar meteen terug. Uit haar onsamenhangende verhaal maak ik op dat mijn man al bij haar is. Hem had ze ook gebeld.
Met mijn capuchon goed over mijn oren getrokken stap ik even later door de sneeuw. Het schijnsel van de lantaarns verlicht de Amsterdamseweg en de molen op feeërieke wijze. Ik stap flink door. Glij bijna uit. In mijn straat zie ik de strakgespannen vuilniszak al voor het zijraam van mijn buurvrouw. Mijn mans werkzaamheden zitten erop, concludeer ik. Door het raam zie ik hoe ze in haar eentje door de kamer schuifelt - de schrik staat nog leesbaar op haar gezicht - en hoe ze de gordijnen sluit. Ik besluit haar niet nog eens schrik aan te jagen en loop door naar mijn eigen huis.
‘Ze waren met zeker dertig kinderen,’ vertelt mijn man als ik thuis ben. ‘Velen kende ik niet eens. En natuurlijk had niémand het gedaan.’ Ik stelde me voor hoe de ballen door de straat waren gevlogen. Hoe harder hoe beter! Aanvallen van links. Kanonssneeuwballen van rechts. Gejuich. Geschreeuw. En een kick als het vooraf vastgestelde doel werd geraakt; het raam van mijn buurvouw… ‘Ik heb het raam afgeplakt,’ zegt mijn man vanaf de bank. En ik weet dat dat naastenliefde is, want het is zondagavond. Sportavond. ‘Morgen regel ik de rest,’ voegt hij toe, en kreunt als de speler op tv net zijn doel mist.
Nog voordat het licht is, is er de volgende dag een afspraak met de glaszetter opgezet. ’s Middags spreek ik mijn buurvrouw die als een kind zo blij is met haar nieuwe raam. Op haar tafel ligt de Gouden Gids nog steeds. ‘Verjaard,’ mompelt ze, en slaat het boek dicht. Ik complimenteer haar dat ze ons heeft gebeld en ben blij dat we haar konden helpen. Fijne feestdagen.
Deze column is geplaatst in het Amstelveens Nieuwsblad.
Meer columns van Jacobine van den Hoek vind je hier.