top of page
  • Foto van schrijverJacobine van den Hoek

Ziekenhuis Amstelland


ziekenhuis

Op de parkeerplaats van ziekenhuis Amstelland klemt een vrouw haar mobiel aan haar oor. ‘Niet alles is weggehaald,’ zegt ze. ‘Nu heeft het zich uitgebreid.’ ‘Het’ licht ze niet toe. Maar ik zie een afschuwelijk gemeen groeiend kankergezwel voor me. Een monsterlijk wezen dat zich in iemands lichaam invreet. Even later zit ik met mijn rug tegen de muur in een lange gang te wachten. Naast me een halfgeopende deur. ‘Gaan we samen knutselen?’ hoor ik. Het blijkt mijn arts te zijn, klaar om te snijden. In gedachten roep ik: ‘Ik ben geen bouwpakket!’ Toch zwijg ik als ik hem de hand schud en half ontbloot op de behandelstoel plaatsneem.

‘Bent u nerveus,’ vraagt de assistent vriendelijk. Eerst wil ik ontkennen. Dan zeg ik eerlijk: ‘Ja, het is geen feest als iemand in je gaat snijden.’ Met mijn lach bedwing ik de zenuwen. De arts bedient de stoelpedalen. ‘Elke keer pak ik de verkeerde. Waar staan de letters O en N eigenlijk voor… Op en Neer?’ Mijn kriebellach speelt weer op en ik vraag: ‘Hoe lang werkt u hier al?’ ‘Elf jaar.’ Nu schiet ik echt in de lach. ‘Ach ja,’ zeg ik. ‘Ieder zijn specialiteit.’

De assistent geeft me een ijzeren stang. Om mijn pijn weg te knijpen? Nee. ‘Het is om te aarden.’ Alweer een lach. Spiritualiteit in het ziekenhuis? ‘We branden de wond zo dicht,’ zegt de assistent verder. ‘Zo krijgt u geen schok.’ Ik slik en knijp in het martelwerktuig. Dan wordt het stil. De arts tekent lijnen op mijn huid - het blauwe mondkapje geven zijn eveneens blauwe ogen extra kleur. Hij snijdt. Het plafond is een groot wit vlak. Ik voel niets. Ik zie een draad. Hechtingen. Geen gevoel. Een schok. Ik schrik. Dus toch! ‘Het is voorbij,’ zegt de assistent. Over twee weken hoor ik of het een monster is dat ik heb meegedragen, of dat zachtaardige onschuldige schilfertjes mijn huid verkleurden.

‘Waar was je?’ vraag mijn zoon bij thuiskomst. ‘Ik was bij het Amstelland Ziekenhuis. De dokter heeft een stukje uit mijn borst gesneden.’ Waarom?’ vraagt hij verbaasd. ‘Was hij te groot?’ Ik lach. Dit keer niet door de zenuwen. Dan leg ik uit: ‘Er zat een verdacht plekje. Dat kan kanker zijn en moet je eruit snijden, net als schimmel uit oude kaas.’ Mijn zoon knikt. Dat klinkt volstrekt logisch.

Deze column is geplaatst in het Amstelveens Nieuwsblad.

******

Onlangs is Zondebok, de debuutroman van Jacobine van den Hoek verschenen.

Zondebok is verkrijgbaar bij de lokale boekhandel of via deze link.

bottom of page